Column 30, In memoriam broer Theo, juli 2023

 

Column 29, Omgevingswet oftewel hoe grote veranderingen in Nederland tot stand komen

Wat is de omgevingswet.

Ik kan je alvast globaal voorspellen wat het “woord van 2023” gaat worden. Dat heeft in ieder geval te maken met de omgevingswet. Laat ik eerst eens uitleggen wat er met die wet wordt bedoeld, voor het geval dat je niet of niet precies weet wat die inhoudt, waar ik overigens volledig begrip voor heb.

De omgevingswet, met de formele ondertitel “Regelgeving voor de fysieke leefomgeving”, heeft te maken met de volgende lijst aan inhoudelijke gebieden: water, externe veiligheid, cultuurhistorie, ruimte, bouwen, natuur, lucht, geluid, bodem. De bedoeling is dat er één loket komt dat de samenhang tussen al die gebieden in de gaten houdt en vergunningen regelt voor alle veranderingen op die gebieden. Met de nadrukkelijke doelstelling dat veranderingen soepeler en vooral sneller tot stand komen. Deze wet vervangt 26 andere wetten en brengt 60 AMvB’s (Algemene Maatregelen van Bestuur) terug naar 4 en 75 ministeriële regelingen tot 1. Er zijn vijf ministeries bij betrokken, 12 provincies, 21 waterschappen, 352 gemeenten en 17.700.000 burgers.

De wet werd in de Tweede Kamer aangenomen op 1 juli 2015 en in de Eerste Kamer op 22 maart 2016 met de opzet om in 2019 in werking te treden en, na een overgangsperiode, in 2030 definitief te worden.

Hoe komt dit project tot een goed einde?

Tot coördinerend ministerie is Wonen uitgekozen en de coalitie heeft dus gemeend dat Hugo de Jonge de juiste figuur is om deze gigantische verandering te leiden (sic!). Ik heb even op internet gekeken op de site van het bureau dat de monitoring van dit project uitvoert.

De laatste wijzigingen zijn van 2019. Wellicht logisch als je de loopbaan van Kasja Olongren, de vorige coördinator, volgt met haar lange afwezigheid en diverse vervangers. Ex-minister Melanie Schultz, die we nog kennen als vroem vroem minister uit Rutte II, en die de wet heeft gemaakt, staat al aan de zijlijn te roepen dat ze niet begrijpt waarom het allemaal nog niet is geregeld.

Het eerste dat Hugo vorige week heeft gedaan, is het uitstellen van de invoeringsdatum die op dat moment stond op 1 juli aanstaande tot minimaal 1 januari 2023. Grootste bottle-necks zijn de ICT, de bestuurlijke chaos en de ruzie over de kostenverdeling. Het laat zich raden dat niet alleen het tijdpad is vertraagd, maar dat ook een gigantische kostenoverschrijding het project ten deel zal vallen. Over die kosten zullen ze het uiteindelijk wel eens worden, maar bestuurlijke chaos en ICT-problemen vormen een uiterst giftige combinatie. We hoeven daarbij alleen maar te denken aan de eigenzinnige belastingdienst die wetsaanpassingen niet kan vertalen naar de ICT-systemen en naar de worsteling van de GGD’s die niet centraal worden aangestuurd en nu te maken hebben met een miljardenclaim wegens privacy schendingen.

Het is overigens wel tragisch dat juist in een tijd dat er één miljoen woningen gebouwd moeten worden tussen gisteren en 2030, alle relevante wetgeving moet worden herzien. Er is een groot tekort aan arbeidskrachten bij rijk en gemeenten om dit naast elkaar te doen. Laat staan dat de innovaties in de bouw op tijd zijn om de plannen uit te voeren met de beschikbare menscapaciteit. Er zijn binnenkort decentrale verkiezingen die nieuwe leden zullen opleveren in veel gemeenteraden. Alleen het inlezen in deze wet zal ieder nieuw lid menig avond en weekend gaan kosten. Vervolgens moet je de wet nog begrijpen en er besluiten over nemen.

Wat betekent dit voor ons, burgers?

Vereniging Eigen Huis bepleit steeds dat in de nieuwe Omgevingswet ook waarborgen moeten worden opgenomen voor participatie van omwonenden. Grote bouwprojecten, denk aan windmolens en zonneparken, moeten uiteraard mogelijk zijn maar dan wel met voldoende aandacht voor de belangen van omwonenden. Als zij op tijd worden betrokken, dan kan dat juridische procedures voorkomen. Voor nu is slechts geregeld dat gemeenten beleid moeten opstellen voor participatie. Hieraan worden alleen geen inhoudelijke eisen gesteld. Vereniging Eigen Huis pleit ervoor dat de criteria voor participatie alsnog landelijk worden geborgd en het liefste ook wettelijk verankerd zijn.

Kortom: de gemeenten gaan de inwoners horen, maar hoeven er niet naar te luisteren.

Ten slotte.

Ik voorspel voor de komende jaren absolute chaos op dit dossier. Tijdens de lange overgangstijd zullen gemeenteambtenaren en burgers ondanks hun goede bedoelingen gillend gek worden van de stroperigheid die nu juist via deze wet zou moeten worden opgelost.

Als je bouwplannen hebt, dien die nu in met de hoogste spoed zodat de behandeling nog kan plaatsvinden voordat de wet in werking treedt. Zo niet, geniet dan nog even van de relatieve rust op dit front.

Column 28, De Olympische Spelen

Hoe het in de oudheid was.
Binnenkort vinden de Olympische Spelen plaats in Peking, China. Dat zijn de winterspelen, als het ware onderdeel van de moderne spelen. Iedereen weet wel dat er in de eeuw vóór onze jaartelling de oude spelen plaatsvonden. Deze werden georganiseerd van 766 v.Chr tot 393 n. Chr. Dat was ononderbroken 1159 jaar. Dat was 290 keer. Dat hebben we met de moderne spelen voorlopig nog niet ingehaald. Pas in het jaar 3055 zijn we zover. Nou ja, WE?

Er bestaan diverse lezingen over het ontstaan van de oude spelen. Ik zal ze niet allemaal behandelen. De voor mij meest logische is deze. De held Herakles, weet je nog - die van de Augiasstallen, had in Olympia een sportwedstrijd gewonnen en daarna werd besloten om de wedstrijd iedere vier jaar te herhalen. Olympia ligt op de Peloponnesus in Griekenland.

Hierboven een reconstructie van het olympisch stadion en -dorp ineen. In het midden de tempel van Zeus en rechtsboven de arena.

De wedstrijd bestond uit een hardloopwedstrijd over 192 meter. Stap voor stap kwamen er meer onderdelen bij op uiteindelijk vijf dagen. De spelen werden opgedragen aan de oppergod Zeus. In 393 n. Chr. verbood de christelijke keizer Theodosios de Grote alle heidense riten en daarmee ook de spelen. Het beeld van Zeus verdween in een museum en alle kenmerken van Zeus en de spelen in Olympia werden vernietigd. 
Er zijn grote verschillen tussen de oude en de moderne spelen, maar er lopen ook veel parallellen. Daar wil ik jullie iets over vertellen en ik wil eindigen met mijn persoonlijk perspectief.

De oude en moderne spelen.
Zogenaamde deskundigen willen nog wel eens beweren dat de oude spelen heilig waren en dat oorlogen werden stilgelegd en conflicten werden bijgelegd om samen te gaan strijden op het sportveld. Om dan later de strijd weer te hervatten. Dat was wel de inzet, maar ook toen al zagen we  hetzelfde menselijk gedrag als vandaag de dag. In het voorjaar van een olympisch jaar gingen herauten rond in de toenmalige wereld om atleten op de roepen voor de spelen. Tegenwoordig gaat het olympisch vuur rond in de wereld. Dat vuur bestond vroeger niet.
De olympisch Spelen staan altijd in het teken van sportiviteit binnen aanhalingstekens. Inderdaad stopte men vroeger de strijd, maar eenmaal op de spelen kwam de haat en nijd weer naar boven. Vals spel en corruptie kwam toen ook voor. Scheidsrechters hadden er hun handen vol aan. Keizer Nero heeft eens de complete organisatie omgekocht om de wagenraces te winnen. Het feit dat hij daarbij tweemaal zoveel paarden gebruikte als de anderen doet Trumpiaans aan.

De atleten ondergingen vroeger een strenge keuring en moesten zich houden aan een streng dieet. Dat klinkt dan weer bekend. Er zijn verslagen gevonden van mentale training die nu nog goed zou werken. En er kwamen zo’n 45.000 mensen kijken. Hoewel, alleen mannen. De sporters waren naakt en de vrouwen mochten er niet bij zijn.

Helden
De Olympus eert zijn helden. Het begon met de legendarische Herakles en de grote held van de oude spelen was Milon. Hij kwam uit Croton (Italië) en hij deed zes keer mee en won ook iedere keer bij het worstelen. Dat is vergelijkbaar met onze heldin Ireen Wüst die binnenkort voor haar zevende medaille gaat op vijf spelen.

Hoe gaat het verder met onze spelen?
Eerst een analyse van de huidige situatie. Er zijn twee grote problemen met de moderne spelen. Dat zijn de keuze voor de speelsteden en het betrekken van de politiek in de sport. Er zijn in het verleden best wel steden gekozen via een zuiver proces. Overigens hebben diverse van die steden zichzelf in de schulden gebracht en enkele zijn die nog steeds aan het afbetalen (Montreal bv). We kunnen onze ogen niet sluiten voor de corruptie binnen het IOC. De keuzes voor Sotsji en Peking (tweemaal) hebben het draagvlak van de nationale OC’s, de sporters en de toeschouwers behoorlijk doen dalen. Ik laat “het voetbal” hier maar even buiten. Bij dat dalende draagvlak speelt de politiek ook een rol. Al heel lang spelen met name geopolitieke issues een rol bij de keuze of een land deelneemt of niet. Van 1936 tot 2008 hebben boycots een belangrijke rol gespeeld. De VS en Rusland zijn daarbij belangrijke spelers. Hier zien we wel een belangrijk verschil met de oude spelen. Ze rolden met elkaar over straat, maar de grote politieke tegenstellingen werden voor even aan de kant gezet.

Hoe komen we hieruit?
Naar mijn idee is het belangrijk om te deëscaleren en de organisatie rond de spelen zodanig te veranderen dat er rust komt in de tent.

Mijn voorstel is om, net als in de oudheid, één vaste plaats te zoeken voor de zomer- en winterspelen. Investeringen in de sportfaciliteiten komen dan beter tot hun recht, duurzaamheid kan een rol spelen  en we komen wellicht af van het recht van de (invloed)rijkste. Funding zou moeten plaatsvinden door de deelnemende landen naar draagkracht en omvang van de delegaties. Kortom een thuishaven voor de spelen. Het organiseren van de spelen zou, net als in de oudheid, een roulerende rol zijn van de sportbonden van de deelnemende landen. Het IOC beperkt zich tot een beleidsmatige en toezichthoudende functie.

Wie komt daarvoor in aanmerking? In ieder geval landen die uitblinkers zijn in de middenmoot. De zomerspelen zouden, mede vanuit historisch perspectief, gehouden kunnen worden in Griekenland. Zij hebben in 2004 een goede job gedaan. Voor de winterspelen zou ik Canada kiezen, ook daar hebben we goede ervaringen.

Ik vermoed dat in deze context alle haantjes uit het IOC vertrekken. Prachtig, hebben we ook het corruptieprobleem opgelost.

Alternatief
Er is nog wel een alternatief. Dat is het opheffen van de spelen. Daar wordt ook wel voor gepleit. In de oudheid al door de filosoof Epictetus. In het Nederland van nu door bv Maarten van Rossum en Midas Dekkers. De laatste twee zijn tegen iedere vorm van sport, dus dat zal weinig indruk maken. Milieu-organisaties hebben wel een punt. Hun argumenten moeten bezien worden in het bredere verband van De Sport.

Ik vermoed dat we niet ontkomen aan het eeuwenoude adagium: Het volk verdient brood en spelen.

Zegt het voort.

Column 27, Het dossier Corona

Net als veel Nederlanders ben ik toch wel veel bezig met het virus en de gevolgen ervan. Ik heb vaak gedacht om daarover te schrijven, maar tot nu toe niet gedaan omdat ik sowieso niet alle frustraties van mijzelf en anderen van mij af wil schrijven. Een pandemie is geen kattepis en ik zie dat vrijwel iedereen z’n uiterste best doet om het virus te bestrijden en de gevolgen te beteugelen. We doen dat “zoals we zijn en hoe we zijn georganiseerd”.

Hoe kijk ik er zelf tegenaan? Met welke bril op doe ik dat? Wie ben ik voor het virus? Nou, ik zit in een luxe positie. Ik heb de opties om mezelf terug te trekken als het moet, ik kan m’n baan niet verliezen, mijn inkomsten lopen gewoon door  en mijn familie, vrienden en kennissen hebben op een enkeling na de virusperiode tot nu goed doorstaan. Naast ergerlijke dingen als niet doorgaan van mijn hobbies, heb ik eerlijk gezegd ook wel gelukkige momenten gekend als er ruimte was om extra eigen dingen te doen of als ik in staat was anderen te helpen. Ik heb mezelf zelfs nog niet een keer hoeven laten testen.
Maar ik heb wel de onhebbelijkheid om, waar ik ook ben, te kijken hoe de hazen lopen. Of ik nou in een restaurant of hotel ben, contact heb met een bedrijf of overheidsinstantie of met een bedrijf samen moet werken. Dan ben ik ook niet te beroerd om mijn zegje daarover te doen.

Dat laatste komt nu naar buiten als ik die onhebbelijkheid koppel aan de zinsnede “we doen dat zoals we zijn en hoe we zijn georganiseerd”. Dan vallen toch wel diverse zaken op.

Wat zie ik dan?

- hardwerkende mensen die er het beste van willen maken;

- Nederlanders die hun best doen om de maatregelen toe te passen en de adviezen te volgen, maar er intussen erg moe van zijn geworden;

- wappies die sowieso alles willen verstoren;

- de regering die de ondernemers goed ondersteunt;

- de zwakkeren in de samenleving en de cultuursector die een hoge prijs betalen;

- een virus dat zich niet laat temmen en waarschijnlijk nooit meer weg zal gaan;

- andere “wappies” die de vaccinatiegraad verstoren onder het mom van religieuze opvattingen of toepassing van grondrechten.

 

Wat ik ook zie is een crisisorganisatie die totaal niet op haar taak is berekend:

- de beide heren aan de top missen de sense-of-urgency en overige competenties die nodig zijn om een crisis te leiden;

- een zorgorganisatie die totaal is versnipperd als het gaat om zeggingskracht/verantwoordelijkheden en bijbehorende daadkracht;

- een politieke omgeving die meer oog heeft voor de politieke verhoudingen en aantal stemmen dan voor de oplossing van de problemen;

- dat laatste geldt in versterkte mate voor de club die meende zich te moeten verstoppen om een regeerakkoord te schrijven in plaats van te gaan regeren;

- deskundigen (OMT-leden en omstanders) die uit arren moede op de stoel van de politiek gaan zitten en allerlei tegenstrijdige boodschappen het land in sturen;

- de media die niet te beroerd zijn om signalen en meningen lukraak te verspreiden.

 

Hoe komen we hieruit?

Eerst even terug naar 2009, de tijd van de Mexicaanse griep. Ik was werkzaam bij De Nederlandsche Bank als hoofd ICT en uit dien hoofde aangewezen crisismanager voor de techniek. Of, zoals Nout Wellink (destijds president van DNB) dat uitlegde tijdens mijn introduktiegesprek: je bent de eerste in lijn die verstand heeft van ICT. Ik werd in de jaren daarna zeer serieus genomen bij het oplossen van ICT-problemen die het hele bedrijf raakten en soms ook de reputatie van DNB in Nederland en Europa. Ik kreeg de ruimte om te acteren als Chief Information Officer.

De Mexicaanse griep werd door de WHO uitgeroepen tot Pandemie. Dat betekende dat bij  internationale geldverkeer instellingen alle seinen op rood gingen. De continuïteit van de geldstroom (cash en giraal) wordt verzorgd door de centrale banken als de DNB, de wereld-deel banken zoals de Europese Centrale Bank en de Federal Reserve in de VS en ten slotte on-top-of The Bank of International Settlements in Basel. Zij alle maken het de commerciële banken mogelijk om hun zakelijke en particuliere clienten te bedienen.
Onmiddellijk werden er op alle niveaus stuur- en werkgroepen ingericht om procedures op te zetten voor de continuïteit. De personele kant was de belangrijkste. Wie zijn je experts, hoe zorg je ervoor dat zij niet ziek worden en wat doe je als het wel zo is. Hoeveel mensen heb je daarnaast nodig om je processen voortgang te laten vinden. En hoe zit dat bij de leveranciers? Is je documentatie op orde? Wat zijn je plannen B? Etc. Etc.

Gelukkig liep het met een sisser af. De griep zette niet echt door en in de loop van 2010 werd het predicaat Pandemie van de griep afgehaald. Nadat iedereen van de schrik was bekomen kwam de vraag: Wat moeten we doen om de volgende keer (want die komt zeker) beter voorbereid te zijn? En wat kunnen wij daarbij leren van het afgelopen jaar? Alle documentatie werd nog eens doorgenomen en opgeborgen om bij een volgende Pandemie beter voor bereid te zijn. Maar die documentatie moet natuurlijk worden onderhouden omdat de wereld snel verandert. Er waren in 2010 nog landen die de telex gebruikten en later de Fax. Daar hadden we in 2020 niet zo veel meer aan. Uiteindelijk liep het daarop stuk. Ondoenlijk om zonder uitzicht op het nut alles tot in detail up-to-date te houden.

Ik vermoed dat in 2022 al deze vragen weer zullen opkomen en veel tijd en aandacht gaan kosten totdat ook dan weer wordt vastgesteld dat het ondoenlijk is. Veel zaken in het leven behoren tot het behoud van ellende.
We moeten dus een afweging maken tussen kant-en-klare protocollen of een flexibele crisisorganisatie. Maar.......

 

Intussen (2de helft december 2021)

Is de volgende golf, omikron,  al binnengekomen, dus we hebben niet eens de tijd om te reflecteren en te bepalen wat en hoe we kunnen en moeten aanpassen. Het nieuw aan te treden kabinet krijgt niet de tijd om wat dan ook op orde te brengen als ze dat al van plan waren. We krijgen een wisseling van de wacht aan de top, Hugo treedt af, en we krijgen een nieuw kop-van-jut in de persoon van Ernst Kuipers.

In het coalitieakkoord staat de volgende tekst:

Wij gebruiken de lessen uit de coronacrisis, zoals het belang van samenwerking, ontschotting en nieuwe (digitale) werkvormen, en maken ons klaar voor toekomstige gezondheidscrises door versterking van de pandemische paraatheid. Dit betekent een (Europese) inzet op o.a. onafhankelijkheid voor genees- en hulpmiddelen, het borgen van publieke belangen en het in overleg met experts instellen van zorgreserves. Daarnaast willen we een flexibele opschaling en inzet van de ic-capaciteit met name op personeel gebied. Ook versterken we de publieke gezondheidszorg.

We overwegen of een Chief Medical Officer, die vanuit technisch-inhoudelijke kennis opereert, kan bijdragen aan betere publieke zorg. 

 

Nogal mager allemaal dus. Plannen, plannen en plannen. Voorlopig niets concreets. De hoop is gevestigd op minister Kuipers. Ik vermoed dat er het komende kalenderjaar nog niet veel van de plannen zal worden gerealiseerd. Vooralsnog zal hij in dezelfde slangenkuil terechtkomen als waaruit de oude dan net is vertrokken waardoor hij volledig wordt opgeslokt door de operationele problemen.

 

Hoe ga ik hier zelf mee om?

Ik heb de neiging om me druk te maken over zaken die niet kloppen. Dat kan goed zijn, als je je invloed kan aanwenden om het te verbeteren. Maar dat is meestal niet zo. Bij een Pandemie is het beter om je erg bescheiden op te stellen. Wat daarbij in z’n algemeenheid kan helpen is je geloof in IETS. Dat kan het Christelijk geloof zijn. In de bijbel staan rake dingen zoals “maak je geen zorgen voor morgen. Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen”. Of de metafoor van het vogeltje dat zich niet druk maakt over zijn eten voor morgen. Ook in de filosofie zijn stromingen die houvast kunnen bieden.
Een voorbeeld daarvan is het Stoïcisme. Zoals Epictetus die zegt: “Er is slechts één weg naar geluk en dat is op te houden met je zorgen te maken over dingen waar je geen invloed op hebt.”

Hoe dan ook, het nemen van afstand is belangrijk. Ook al raken de gevolgen van de maatregelen je. Ga op zoek naar alternatieven. Zoek nieuwe wegen.

 

Terugkomend op “mijn zegje doen”. 

Ik vind de term pandemische paraatheid in wezen goed gevonden. Maar dat betekent op zoek gaan naar drie dingen. Maatregelen op korte termijn, beleid voor de middellange termijn en beleid voor de lange termijn. De eerste is de afgelopen twee jaar wel ingevuld, maar daarbij is het gebleven. Er is in de politieke arena onophoudelijk gevraagd naar beleid, waarbij de middellange termijn werd bedoeld.  Het is spannend om nu naar Spanje te kijken. Daar wordt corona nu beschouwd als een gewone griep, een endemische ziekte die regelmatig terugkeert. Na afloop van de huidige golf gaan ze dat ook navenant inrichten. Hulde voor dat land dat nu vanuit dat statement de route gaat bepalen en de maatregelen die daarbij horen. Of het lukt is nog onduidelijk, maar als je de bewoners van je land kan meenemen naar een nieuw perspectief, dan heb je veel gewonnen.

Maar dan heb je nog niets gezegd over de lange termijn. Daarbij ga ik te rade bij Roxane van Yperen. Zij heeft het over de impact op “het systeem”. Daarin zie je de machtsgreep van de private sector. Na jarenlang overheidsbeleid gericht op deregulering, privatisering en de inzet op ‘individuele verantwoordelijkheid’ gijzelt de private sector nu het publieke belang tijdens deze crisis. Oorzaken van de pandemie blijven grotendeel onaangetast. Onderzoekers waarschuwen al veel langer voor de toename van grootschalige uitbraken van infectieziekten, zeker in dichtbevolkte gebieden als Nederland. Risicofactoren zijn intensieve veeteelt, diertransporten, de voedingsindustrie, ontbossing en het collectieve reisgedrag. Op de langere termijn zullen deze factoren in het beleid moeten worden opgenomen. Zolang we dat niet doen voorziet zij een crisis die nog lang gaat duren.

Overigens kun je dit stukje over het systeem één op één toepassen op het klimaatprobleem.

 

Ten slotte.

Het huidige regeerakkoord maakt mijn hart nog niet echt blij. Je organisatie zo inrichten zoals Rutte nu heeft gedaan, met de focus op de lijst van problemen is een soort Pavlov-reactie en zal het vertrouwen niet echt terugbrengen. De vervelendste problemen zijn toegewezen aan staatssecretarissen die te weinig macht hebben om het verschil te maken en er ook moeilijk op aanspreekbaar zijn. Deze week bleek dat maar 28 % van de Nederlanders vertrouwen heeft in deze regering.

Er is volgens mij maar één manier om het vertrouwen te herwinnen. Duidelijk maken wat je langere termijn perspectief is en je strategie en organisatie daarop inrichten. Dan heb je en passant de pandemische paraatheid ingevoerd, maar ben je ook in staat om nieuwe problemen aan te pakken. Want, let op, er is nog geen einde gekomen aan de stroom van smurrie uit de haagse beerput. Krijgen we dan per direct nog meer bewindspersonen? Bovendien kan in de strategie ook aandacht zijn voor de bestuurscultuur. Iedereen vindt dat die moet veranderen, maar ik heb nog nergens gelezen hoe dat er uit moet gaan zien.

Dat er een langere termijn perspectief komt ziet er vooralsnog niet naar uit en er rest mij niets anders dan extra te oefenen in het nemen van afstand om te voorkomen dat ik mij dagelijks druk ga maken om het ‘gedoe’ in Den Haag.

 

Column 26, Hoe schier is Schiermonnikoog?

Afgelopen zomer waren wij een weekje op vakantie in Lauwersoog. Een mooi huisje op een park, vlak bij het Lauwersmeer, aan de Groningse kant. Het weer was uitstekend en we hebben heerlijke fietstochten gemaakt. We namen ook de gelegenheid te baat om een dagje Schiermonnikoog te “doen”, het enige waddeneiland waar we nog nooit geweest waren. Met de fiets mee op de boot voeren wij in drie kwartier naar het eiland. De rondrit op het eiland duurde niet echt lang, maar was wel mooi en afwisselend. Na een tussenstop onderweg in de noordelijke strandtent, zaten we om half een aan de lunch in het enige dorp, in de schaduw onder een boom op het grasveld tegenover restaurant Ambrosijn. Tijdens de lunch zagen we veel fietsers langskomen, maar we verbaasden ons over de vele auto’s en bussen. Sommige hotels hebben zelfs hun eigen toeringcars om hun gasten van en naar de veerboot te vervoeren. Na nog een rondwandeling door het dorp sloten we ons bezoek af met de afvaart om half vier.

Enkele weken later kwam de communicatie op gang binnen ons groepje atletiekfans om ons jaarlijkse uitje te gaan plannen. Na de EK Atletiek in Berlijn in zomer 2018, waar we de wedstrijden gevolgd hadden, besloten we om in dat najaar daar terug te komen om meer van de stad te zien. Liesbeth ging ook mee, waardoor we in totaal met drie stellen waren. Na Berlijn besloten we om er een jaarlijks uitje van te maken. De eerste keer (naar Lille) waren wij helaas verhinderd door het overlijden van Liesbeth’s moeder en natuurlijk gooide corona daarna roet in het eten, maar nu zou het wel weer kunnen dachten we. Waarheen? Een poll leverde Schiermonnikoog op, voor ons dus alweer een snel weerzien met het eiland. Kees, de nestor van ons groepje, opperde dat we dan toch zeker in hotel van der Werff zouden moeten verblijven. Marion en Michel organiseerden de reis, Annemarie voegde daar natuur- en cultuuruitstapjes aan toe en, jawel, we waren er helemaal klaar voor.

Voor begin november was het prachtig weer. Bovendien is november de wandelmaand op Schier. Zo hebben we zelf routes gewandeld, maar de georganiseerde wandelingen waren van hoog niveau. Dat gold voor de sterrenwandeling in de avond in het pikkedonker, de cultuurwandeling met een uitstekende gids en als beste de culinaire wandeling van elf kilometer langs vijf restaurants. Hotel Van der Werff was een cultuurobject an sich. “Waarom zou je iets veranderen aan je hotel zolang het nog niet stuk is.” Dat lijkt al meer dan een eeuw het adagium daar. We hebben onze ogen uitgekeken. Het heeft met de gelagkamer met biljart en de gastenlounge vooral sfeer. Uitstekend eten en vriendelijke bediening in het restaurant en sobere, maar schone kamers. Na vier gezellige dagen bleef er voor ons niets te wensen over.

Van het eiland en zijn geschiedenis zijn nog wel wat bijzonderheden blijven hangen. Een tweetal werk ik hier uit.

Allereerst de successievelijke eigenaren van het eiland. Nadat monniken jarenlang de dienst hadden uitgemaakt en nuttig werk hadden verricht met ontginning van het land  en beveiliging tegen het water, besloten in 1638 de Staten van Friesland het eiland te koop te zetten vanwege geldgebrek. Voor ruim 18.000 gulden werd Johan Stachouwer Heer van Schiermonnikoog. Die liet slot Rijsbergen bouwen, nu inmiddels binnen de grenzen van het dorp, als residentie.

 Momenteel zijn weer een aantal monniken teruggekeerd en wonen in het slot. In de 200 jaar hierna hebben Schiermonnikoog en haar bewoners het zwaar gehad. De teloorgang van de scheepvaart, de verwaarlozing van de dijken, het zware weer en de overheersing van de Fransen hebben hun sporen nagelaten. In 1858 kwam er een nieuwe eigenaar, John Eric Banck. Hij kocht het eiland voor 96.000 gulden. Hij investeerde in de dijken, de landbouw en het toerisme. Maar dat duurde niet eeuwig en in 1893 verkocht hij het eiland aan de graaf Von Bernstorff uit Duitsland voor 200.000 gulden. Die wilde van Schier een chique badplaats maken zoals op de Duitse waddeneilanden en langs de Belgische kust. Maar zijn plannen lukten niet. Hij verkocht het eiland aan Max Schiff, een landgenoot. Hem lukte helemaal niets en het eigendom ging in 1906 over op Bernstorffs’zoon Ernst. Zo ging de tijd voort tot het einde van de oorlog. Toen ontnam de Nederlandse regering het eigendom op grond van de wet “Besluit Vijandelijk Vermogen”, waarbij Duitsers geen eigendommen meer konden houden in Nederland. Vanaf dat moment kreeg Schiermonnikoog een deugdelijk bestuur en aandacht voor de achterstanden en noodzakelijke ontwikkelingen. Schiermonnikoog is een Nationaal Park en wordt beheerd door Natuurmonumenten.

Ten tweede de persoon van Sake van der Werff. Sake kwam in 1901 op het eiland als dorpskoddebeier (veldwachter). Sake was zeer commercieel en dacht groot, soms te groot. Hij kocht in 1913 hotel De Boer, dat hij omdoopte in Van der Werff, en legde zijn veldwachtersfunctie neer. Hij gaf het toerisme een boost en lonkte bekende mensen naar zijn hotel. O.a. prins Berhard is daar tweemaal geweest. Hij streedt voor een nieuwe muziektent in het dorp, dat natuurlijk tegenover zijn hotel is gelegen. Daarnaast heeft hij zich ingezet voor de begraafplaats voor schipbreukelingen en oorlogslachtoffers. Uiteindelijk is hijzelf daar ook begraven.
Zijn mooiste optreden was in de jaren dertig het sturen van een uitnodiging aan alle wereldleiders om een vredesconferentie bij te wonen op Schiermonnikoog vanwege de spanningen in Europa. Hij kreeg natuurlijk geen response, alleen een brief van de regering met de opmerking waar hij zich in vredesnaam mee bemoeide. Sake is in 1955 overleden en deed zijn bezittingen over aan Alberdina Bol, beter bekend als juffrouw Dien. Zij was als zeventienjarige het hotel binnengelopen en nooit meer vertrokken. Bij gerucht was zij meer dan een medewerkster.

Terug naar de titel. De naam van het eiland is opgebouwd uit ‘schier’, grijs in het plaatselijke dialect, en ‘oog’, plaats of land in het dialect. De monniken van de eerste tijd liepen in een grijze pij.

Maar is Schiermonnikoog grijs? Nee, dat zou ik niet zeggen. Het is een schoonheid van een eiland.

Column 25, Zij was de eerste.......

Ja, Trudy. We waren er zo trots op dat alle broers en zussen nog leefden. Allemaal tussen de zestig en de tachtig, zes broers en vijf zussen. Dat zwager Jan enige tijd geleden overleed, was misschien wel een teken dat het niet eeuwig kon duren, maar dit kwam wel plotseling. Trudy had eind september nog haar 75ste verjaardag gevierd, maar ze woonde in een verpleegtehuis en haar geheugen liet haar steeds meer in de steek. Vanaf begin oktober verslechterde haar conditie snel en enkele weken later overleed ze. In het crematorium Schagen hebben we waardig afscheid van haar genomen.
Ik herinner me Trudy, drie jaar ouder dan ik, als een van de “houvasten” voor mij in het gezin. Niet dat ze altijd superlief voor me was, ze kon scherp reageren als je haar in de weg zat, maar ze gaf me altijd goede feedback. Dat was wel belangrijk in een gezin waar je voornamelijk voor jezelf moest opkomen. Zij kreeg de rol van superzus min of meer opgedrongen, als degene die moeder bijstond in de huishouding en dus ook de opvoeding. Dat laatste ging natuurlijk met vallen en opstaan. Waar ouders al niet zijn opgeleid in het opvoeden, geldt dat voor dochters van 14 jaar oud in versterkte mate omdat ze weinig voorbeelden kennen. Trudy sloeg zich daar manhaftig doorheen, maar dat leidde wel tot een minder hechte band met haar iets oudere broer en iets jongere zus. Waarschijnlijk had ze veel liever een baan buitenshuis gehad.
Vanaf mijn dertiende had ik wegens “verblijf elders” minder kontakt met thuis. Ik heb goede herinneringen aan familiebijeenkomsten als verjaardagen, Sinterklaasavond etc. Ook aan het samenwerken in het bedrijf. Op die momenten ontstond er een gemeenschapszin waar iedereen zijn rol had. Zeker ook Trudy die de sfeer positief beïnvloedde. Dat laatste heeft ze tot in het verpleegtehuis volgehouden, naar ik heb begrepen.
Trudy, rust zacht.

Column 24, Nederland Waterland, een reisverslag

Een fietstocht rond het markermeer en, en passant, het ijmeer. Liesbeth was een midweekje weg en ik zocht een uitje dat echt bij mij past. Ik heb ooit een e-bike gekocht met twee doelstellingen. Het vervangen van autokilometers en het maken van grotere tochten. Toen eenmaal duidelijk was dat het weer geen spelbreker zou zijn, heb ik hotels geboekt en de overige voorbereidingen getroffen. De start was maandagochtend en, omdat ik woensdagmiddag naar mijn koorrepetitie wilde, had ik twee en een halve dag om de tocht te volbrengen.
Via de knooppunten-site van de ANWB rekende ik de etappes uit. Eerst van Wilnis naar Hoorn, vervolgens naar Muiderberg en tenslote weer naar Wilnis. Ik doe de tocht alleen. "Of ik soms bezwaar heb om gezelschap te hebben" was de vraag van mijn aangetrouwde neef uit Canada die toevallig met zijn vrouw in Nederland was. Nee, in het geheel niet. Zou ik leuk vinden, maar ik kan ook heel goed alleen zijn. Je hebt dan gemakkelijker aanspraak onderweg en de voorbereidingstijd was wel erg kort. Vreemd misschien maar veel mensen zijn vaak opener tegen een eenling dan tegen een echtpaar of groep.
De eerste etappe ging dus van huis naar Hoorn, volgens de ANWB zo’n 86 km. Naar een hotel in een voormalige gevangenis in de haven van het stadje. Ik had een originele cel kunnen boeken, maar dat leek me toch te sober. Achteraf had het wel gekund, want de kamer had niet veel luxe. De medewerkers waren erg afstandelijk. Zelfs van cipiers mag je meer verwachten. Ten slotte was mijn enige misdaad dat ik een kamer had geboekt.

Het eerste deel van de reis ging via Weesp en IJburg over de sluizen van het buitenij naar Amsterdam-Noord. Zoals je op de foto ziet was ik bepakt en bezakt en gehelmd. Bij langere tochten draag ik altijd een helm. Mijn hoofd is mij veel waard en verdient extra bescherming gezien de toch al broze bloedvaten die er in zitten. Op IJburg fietste ik tussen de schapen door en over de prachtige fietsbrug die het eiland met de stad verbindt. Ik had uitgerekend dat ik in Ransdorp zou lunchen, in hotel-café De Zwaan. Maar de eigenaresse had zo haar eigen inzichten over openingstijden. Zo vertelde een moeder die net haar kind van school had gehaald. Niet open dus. De volgende plaats was Holysloot, wie kent het niet. Daar stuitte ik op het eet- en drinklokaal Het Schoolhuis. De eigenaresse was buiten en zei ja op mijn vraag of ze open was. Nou ja, niet de meest gelukkige openingszin eigenlijk. Binnen bleek ze geen lunch te kunnen opdienen, maar wel haar specialiteit appelgebak. Ze was bezig met de voorbereiding van een feestavond. Dat dan maar. Verrukkelijk, moet ik zeggen, en dat leidde tot een leuk gesprek. Dat was maar goed ook, want zij vertelde dat de pont (de Holyboot) over de "Holysloter Die" niet in de vaart was. Ik kon uitwijken naar de markermeerdijk, maar er werd wel gewerkt aan de versterking van de dijk. Dat bleek ook en het gevolg was dat ik weer via Ransdorp naar het westen moet om de genoemde waterpartij te ontwijken. Ik was bijna weer in Amsterdam-Noord, zag ik onderweg. Helaas, het kan niet allemaal meezitten. Op weg dus naar Monnickendam en vervolgens Volendam. En daarna langs de dijk helemaal naar Hoorn. Ik kwam ook langs Etersheim, was dat niet ooit de woonplaats van mijn oudste schoonzus? Tijdens het laatste stuk bleek dat je niet ongestraft zoveel uren op een zadel kan zitten en met forse tegenwind snel kan fietsen. Ondanks de e-bike was het wel even doorzetten. Maar goed, aan het einde van de middag reed ik Hoorn binnen. Ik zag dat ik met de omleidingen erbij 98 km had gereden.

foto's: links de schapen op IJburg, daarnaast de fietsbrug tussen IJburg en de stad Amsterdam, vervolgens een blik op het stadje Durgerdam, en rechts een prachtige wolkenlucht onderweg in Noord-Holland.

Waterland intermezzo
Hoe komt het toch dat we in Nederland zo goed met het water kunnen omgaan?  We zijn ooit begonnen met het aanleggen van terpen om onze huizen op de bouwen. Daarna, zo rond het jaar 1000, zijn we dijken gaan bouwen om de groeiende bevolking een betere bescherming te bieden en om niet alleen onze huizen maar ook ons land tegen het water te beschermen. Toen hebben we ook al regels gemaakt en organisaties in het leven geroepen voor het onderhoud van de dijken. Een voorbeeld van een regel: de dijken werden drie keer per jaar geschouwd. Als een eigenaar zijn stuk dijk tot twee keer toe niet goed had onderhouden, werd hij onteigend en nam iemand anders zijn grond en bebouwing over. Daaruit zijn de latere waterschappen ontstaan. Nog meer bevolking en vraag naar betere bescherming leidde tot grootschalige inpoldering. De technische ontwikkeling van dijken, molens, sluizen, gemalen en allerlei andere waterwerken kreeg een hoogtepunt bij de deltawerken. Dat gaf Nederland internationale erkenning. De volgende opdracht is niet gering. Hoe gaan we om met de klimaatverandering. Het lijkt er op dat Nederland er niet beter op is geworden als we kijken naar besluitvaardigheid en daadkracht. Ik vind dat wel zorgelijk.

De volgende ochtend regende het, en niet zo zachtjes. Ik consulteerde de weerkaarten en besloot tot elf uur te wachten om te vertrekken. Dat was achteraf bezien iets te snel, want onderweg haalde ik de laatste bui in die over het hotel was getrokken. Dan toch maar mijn poncho in gebruik nemen. Die voldeed goed en kon 20 minuten later al weer terug in de fietstas. Vandaag zou ik bijna continue water aan mijn rechterhand hebben. Ik had gekozen voor de iets langere route over de dijk naar Enkhuizen. Daar begon pas de dijk dwars over naar Lelystad. Eerst over de sluis krabbersgat en na 400 meter onder de volgende krabbersgatsluizen door via het naviduct. Tesamen met de aanwezige gemalen indrukwekkende bouwwerken. Vandaar was het "Ik en de (vracht)auto’s". Ik ben twee fietsers tegengekomen op de 32 kilometer lange dijk. Soms reed ik naast de auto’s aan de zuidelijke kant, maar gelukkig grotendeels aan de noordelijke kant van de dijk. De stilte met alleen het geluid van de vogels, het zicht op eindeloos water, de wind in de rug en vanaf halverwege de zon erbij. Het was fantastisch. Daarom heb ik de markerwadden niet gezien. Ik ben één keer de dijk opgelopen, maar op de verkeerde plaats. Geen probleem, want die staan op ons lijstje om eens apart te bezoeken. Er gaan dagtochten naartoe vanuit Lelystad.

Het begin van de dijk vanuit Enkhuizen

Daar kwam ik dus als volgende plaats doorheen. Ik passeerde Batavia-stad en het Batavia- schip, replica uit de tijd van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Vandaar kwam ik op de Oostvaardersdijk die de zo genoemde plassen scheidt van het meer. Vanaf de waterkant zie je bossen en waterpartijen, prachtige beelden. Tegelijkertijd besefte ik dat ik de oostvaardersplassen nog eens via de oostelijke kant zou moeten bekijken. Vandaar krijg je een veel beter beeld van de flora en fauna van het gebied. Naar voren kijkend zag ik de contouren van Amsterdam steeds duidelijke worden en naar links kijkend kwam steeds meer de bebouwing van Almere in beeld. Stap voor stap oftwel pedaal voor pedaal kwam ik aan de zuidkant van Flevoland aan bij de Muiderbrug. Die stak ik over en reed het dorpje Muiderberg in. Daar had ik een kamer geboekt in Het Rechthuis, een oud familiehotel. Ik werd vriendelijk verwelkomd, een plekje voor de fiets werd aangewezen en ik besloot om hier ook het diner te nuttigen. Daar kreeg ik geen spijt van. Het was oktober en dus er stond een wildgerecht op het menu. Het hertenbiefstukje ging vloeiend naar binnen.  Ik had er al weer 92 km opzitten deze dag en mijn achterwerk “vroeg” om een wat zachtere ondergrond. Zittend op een van de hoofdkussens keek ik op mijn kamer naar Nederland - Gibraltar.

Normaliter heb ik altijd moeite om in hotels goed te slapen, maar de afgelopen twee nachten sliep ik als een roos. De volgende ochtend stond ik op tijd op en om negen uur startte ik de fiets weer. Onderweg pleegde ik mijn dagelijkse telefoontje met Liesbeth. Ik moest nog maar 35 km vandaag, maar die waren wel erg mooi. Na het passeren van de A1 kwam ik in het Naardermeer-gebied. Vandaar kwam ik al snel bij de Vecht. Na een uitstapje door de Ankeveense plassen (zie de foto van de Spiegelplas) kwam ik weer terug bij de Vecht. In Vreeland fietste ik langs de N201 naar de A2 en vandaar via de polder langs Vinkeveen weer naar Wilnis. Einde van de tocht. Ik heb er erg van genoten en ben dankbaar dat ik dit nog kan en mag doen.

Column 23, Over vulkanen

In 2005 gingen we op vakantie naar Sicilië. Eerst in twee dagen met de auto naar Genua, vervolgens met de ferry naar Palermo, de hoofdstad in het noorden van Sicilië. De reis met de ferry duurde 22 uur. Een mooie rustperiode aan dek van het schip en in de kleine hut met alles erop en eraan. Op het eiland hadden we twee verblijven van vijf dagen besproken. Ik herinner me nog goed de bezichtiging van de Romeinse overblijfselen in Agrigento in het zuiden. En in het westen een prachtige citadel bij een plaats waarvan ik de naam ben vergeten. Tussendoor moesten we natuurlijk ook de Etna bezoeken, de vulkaan in het oosten. Zo hebben we best wel veel van het eiland gezien.

We reden in onze eigen auto de Etna op totdat we niet verder konden. Onderweg zijn we gestopt en hebben een aantal lavabrokken ingeladen voor een rotstuintje thuis. Het laatste stuk naar boven deden we met de kabelbaan en daar stond een gids te wachten voor een rondleiding. Het meest opmerkelijke was dat de bodem erg rul was en als je je hand erin stak merkte je dat het warm was. Meer dan 40 graden. De gids vertelde dat je een ei kon koken als je iets dieper ging. Op mijn vraag hoe actief en gevaarlijk de vulkaan nog was zei hij dat de Etna ieder moment weer uit kon barsten en dat je dan ongeveer twintig minuten de tijd had om weg te komen. Wij schrokken daarvan, maar het drong ook tot ons door dat de lokale bewoners daar natuurlijk erg lakoniek onder waren. Dat heet leren leven met de natuur. Een vulkaan brengt gevaar met zich mee, maar ook een bestaan. Ik kan me voorstellen dat een Siciliaan er niet aan moet denken om ergens vijf meter onder de zeespiegel te wonen. Maar gelukkig was er geen uitbarsting tijdens ons korte verblijf en na een winkel ontdaan te hebben van enkele lokale attributen gingen we weer terug naar ons verblijf. Op de foto de spectaculaire uitbarsting van de Etna in 2021.

Soms hebben vulkaanuitbarstingen effect op de wijde omgeving zoals in 2010 vanuit IJsland. Lees wat Wikipedia hierover zegt:
De vulkaanas, die ten gevolge van de vulkaanuitbarsting onder de gletsjer Eyjafjallajökull op 14 april 2010 in de atmosfeer was terechtgekomen, zorgde voor grote verstoringen in de luchtvaart in Europa, met name Noord- en West-Europa. Duizenden passagiers zijn gestrand door de vliegverboden die uitgevaardigd werden naar aanleiding van de vulkaanaswolken. De meeste West-Europese luchtruimen werden op donderdag 15 en vrijdag 16 april gesloten. Sindsdien werden er 63 000 vluchten afgelast. De vulkanische as is namelijk gevaarlijk voor vliegtuigmotoren: er kan verglazing optreden van asdeeltjes door de hitte van de motor.

De Eyjafjallajökull in 2010

Niet onvermeld mag blijven natuurlijk de onlangs uitgebarsten vulkaan Cumbre Vieja op het Canarische eiland La Palma. Deze uitbarsting is nog gaande, maar tot nu toe heeft dat geen effect gehad op onze leefomgeving. Wij zijn daar twee keer geweest, waarvan we een keer een lange wandeling in het betreffende gebied hebben gemaakt onder leiding van een gids. We moeten nog zien hoe het zal aflopen. Het lijkt elke dag wel erger te worden. Op de foto de situatie van 4 oktober.

Maar de absoluut grootste uitbraak van een vulkaan is Tambora in het jaar 1815. De effecten beperkten zich niet tot het eiland Soembawa of het onmetelijke land Indonesië (Nederlands Indie destijds), of heel Zuid-Oost Azië. Nee de gevolgen waren wereldwijd, tot Europa en Amerika toe. Drie jaren van klimaatverandering volgden doordat zeer fijne zwaveldeeltjes het zonlicht wereldwijd tegenhielden. Ik heb onlangs en boek te leen gekregen van vrienden: De schaduw van Tambora met als subtitel De grootste natuurramp sinds mensenheugenis, geschreven door Philip Dröge. Naar schatting zijn honderdduizenden mensen omgekomen, maar volgens de schrijver is die schatting veel te laag. Citaat: “Honger, scheepsrampen, lawines, aardverschuivingen, enorme hagelstenen, blikseminslagen en volksoproer waren het gevolg”.

Tambora was de hoogste berg van Nederland en de gevolgen van de uitbarsting van de volgende plaatsen worden beschreven: India, Engeland, Europa, Canada, Verenigde Staten, etc.
In de jaren na 1815 was de communicatie en de wetenschap nog niet zover dat een wereldwijde ramp globaal werd beoordeeld. Alleen lokale gevolgen werden ondervonden en onthouden, maar konden niet altijd worden verbonden met de oorzaak. Pas rond 1915, een eeuw later, verschenen de eerste resultaten van breder onderzoek en toen werd pas duidelijk wat er was gebeurd. Maar tegelijkertijd bleek dat er weinig onderzoeksmateriaal was overgebleven en er geen getuigen meer in leven waren.
Ik heb dit boek met stijgende verbijstering gelezen. Allereerst om wat deze uitbarsting allemaal tot gevolg heeft gehad, maar zeker net zo sterk omdat ik niet kan begrijpen dat deze ramp zo in de vergetelheid is geraakt. Dit had toch in onze geschiedenisboekjes moeten staan en op school aan de orde geweest moeten zijn? Het enige dat met mij gebeurde toen ik de naam Tambora hoorde, was een onaangenaam gevoel alsof er iets ergs gebeurd was. Ik moet het dus eerder zijdelings gehoord hebben.
Maar hoe kan dat? De schrijver besteedt aan deze vraag geen aandacht. Is de oorzaak het stelselmatig negeren van onze Indische periode? Komt het omdat de uitbarsting en de verklaring zo ver uit elkaar lagen? Of komt het omdat wij als Nederland niets hebben met bergen?
Of stond het toch in onze geschiedenisboekjes, maar is het er in 1949 uitgehaald? In mijn geboortejaar nota bene! En wat is er allemaal nog meer verdwenen van de geschiedenis in onze koloniën?


Column 22, 9/11

Nine Eleven

Twintig jaar geleden gebeurde iets dat we nooit meer zullen vergeten. We waren optimistisch de 21ste eeuw binnengegaan met fantastische vooruitzichten. De angst voor chaos tijdens de eeuwwisseling bleek onterecht te zijn geweest en op allerlei gebied zoals economie, maatschappij, cultuur en zeker ook veiligheid zagen we de toekomst zonnig in.
Tot die bewuste dag dus. De eerste vraag die altijd wordt gesteld is: waar was je op dat moment?
Ja, waar waren wij. Op vakantie in Italie. Verblijfplaats was Viareggio in Toscane. We hadden een deel van een boerderij gehuurd in de heuvels met uitzicht op de kust. Zwembad erbij, strand dichtbij, prachtig weer.....het kon niet beter. Op die ochtend hadden we besloten om de dorpen van Cinque Terre een bezoek te brengen. Hoewel het al september was, was het best wel druk. We maakten eerst een wandeling over het pad, hoog boven het water. Toen we terugkwamen in het eerste dorpje merkte ik de animositeit in de cafeetjes wel op. Overal stond de tv aan. Ik dacht dat dit het normale gedrag was in die streek. Totdat ik werd gebeld door Sandra, onze dochter. Of ik al wist wat er aan de hand was. Niet dus. Zij legde het ons kort uit. Wij schoten een cafe in en zagen wat er gebeurd was. De implicaties waren ons nog niet duidelijk. We spreken geen italiaans en niemand nam de moeite om het ons uit te leggen. De telefoons waren nog niet smart genoeg om het ons te verklaren en we gingen vrij snel terug naar onze boerderij om daar de tv aan te zetten. Na onze thuiskomst werden de details pas duidelijk bij het doornemen van de kranten van die dagen.

Ik heb altijd mijn twijfels gehad over de reactie van de Amerikanen op deze aanval, War on Terror. Dat was ook het startpunt voor mij om nog dieper na te denken over de verhoudingen in de wereld en hoe je je daar tegenover moet stellen. Kortom, het kosmopolitische denken. Als je je een mening wil vormen over een bepaalde streek of situatie, kijk dan ook door de ogen van de betrokkenen zelf en neem hun waarnemingen serieus.

Alternatief is om de mening van de westerse mogendheden als vertrekpunt te nemen en alle meelopers, zoals helaas ook ons eigen land, kritiekloos te volgen. Mijn stelling was en is: Je kunt je maatschappij-visie niet exporteren en al helemaal niet met militair geweld. Gelukkig begint dit principe breder door te dringen na het echec in Afganistan. Sterker nog: als wij wat vaker door de ogen van Poetin en Xi Jinping zouden kijken, dan zou de wereld er op het vlak van geopolitiek beter van worden. Nu is het een rommeltje. Wel de Taliban veroordelen, maar vriendjes blijven met de Arabieren.

Wat hebben de Amerikanen ervan gebakken in lower Manhatten? Wij waren jaren geleden in One Tower en bij het monument, na de herbouw. Drie zaken vielen op. Als eerste de ongelofelijk commerciele aanpak, alle onderdelen worden te koop aangeboden. Je kunt bv op de bovenste verdieping een ipad huren om via augmented reality de gebouwen in de omgeving te herkennen. Als tweede de slachtoffer rol die de Amerikanen zich aanmeten. Geen enkel woord over hun eigen positie en de verhoudingen van die tijd. De woorden van Bush dreunen nog na. Als derde, dit moet gezegd, het monument is indrukwekkend. Een prachtig aandenken aan de bijna drieduizend willekeurige slachtoffers van deze brute daad.


Column 21, Eric en Liz

In de jaren vijftig van de vorige eeuw zijn nogal wat Nederlanders geëmigreerd naar Canada. Daaronder ook vier broers en één zus van mijn schoonmoeder. Eén broer en vier zussen bleven in Nederland. Los daarvan emigreerde ook een zus van mijn schoonvader.

Eric is een zoon van de (jongste) zus in Canada, die met haar man, inmiddels 101 jaar oud,  in Waterloo Ontario woont. Eric en Liz zelf wonen in Invermere BC, drie auto-uren van Calgary. Ze zijn gepensioneerd. Eric was eigenaar van enkele restaurants en Liz was verpleegkundige. Samen zijn ze veel onderweg met hun camper om te genieten van de natuur en het afleggen van trajecten op hun mountainbikes. Liz is de sportiefste en doet ook aan triathlons.

Tot zover enkele feiten. Ik vertel dit omdat Eric en Liz “over” zijn zoals dat genoemd wordt. Afgelopen woensdagochtend landden zij op Schiphol. Wij verrasten ze daar met een warm welkom en een kopje echte koffie. Daarna vertrokken zij naar Reeuwijk, de plaats waar de familie vandaan komt en waar ze verblijven in een cottage aan de Reeuwijkse plassen.

Hier in Nederland op geleende fietsen van neef Herman. Wel iets "klassiekere" modellen dan ze gewend zijn.

Gisteren kwamen Eric en Liz op de fiets vanuit Reeuwijk naar Wilnis. Ik had ze een mooie route gestuurd, waarin ook opgenomen het jaagpad langs de Oude Rijn tussen Bodegraven en Woerden. Daarbij niet onvermeld gelaten dat ze een deel reden van de Limes, de noordelijke grens van het oude Romeinse Rijk.

Na de lunch liepen we een monumentenwandeling. Eerst naar het monument van de dijkdoorbraak van 2003 in Wilnis. De dijk loopt achter ons huis en is toen, 800 meter verder, op een nacht doorgebroken. Dat leverde chaos op en veel water, maar gelukkig geen persoonlijke ongelukken. Wilnis werd ook wereldberoemd, maar zoiets duurt dan maar korte tijd. Inmiddels zijn we weer in heerlijke vergetelheid geraakt.


Er is een prachtig monument opgericht en er staat een informatiebord, compleet met foto’s.

Vervolgens naar het ‘Monument voor Canadese Militairen’.  Nu volgt eerst een stukje geschiedenis:

Het ‘Monument voor Canadese Militairen’ in Wilnis (gemeente De Ronde Venen) is opgericht ter nagedachtenis aan drie Canadese millitairen die op 5 mei 1943 zijn omgekomen toen hun bommenwerper brandend in een weiland bij het Utrechtse dorpje neerstortte.
De namen van de drie gesneuvelde Canadezen luiden: Robert Moulton, Adrian Thibaudeau en Joseph White.
In de nacht van 4 op 5 mei 1943 werd in de omgeving van Wilnis een Britse bommenwerper door een nachtjager van de bezetter neergeschoten. De Vickers Wellington bommenwerper (HE727 NA-K) was na een bombardement op Dortmund op de terugweg naar de thuisbasis in Engeland.

Drie geallieerde militairen waaronder de Engelse radiotelegrafist Sgt. Harvey Hoddinot en de Canadese navigator Sgt. Gordon Charles Carter hebben tijdig het vliegtuig met behulp van een parachute kunnen verlaten. Zij zijn later aan de bezetter overgedragen en krijgsgevangen genomen. Zij hebben de oorlog overleefd.

Het vliegtuig is vlak bij een boerderij ten noorden van Wilnis neergestort. Piloot Moulton, die tevergeefs heeft geprobeerd een landing te maken, kwam hierbij om het leven. Twee andere bemanningsleden waren al tijdens de beschieting door de nachtjager gesneuveld. De gesneuvelde bemanningsleden werden met toestemming van de bezetter met militaire eer begraven op de N.H. begraafplaats.’

We hebben het monument bestudeerd, foto’s genomen en het verhaal verteld. Vervolgens de graven bekeken op de begraafplaats ernaast. Gelukkig kwam de beheerder van de begraafplaats tijdig langs om ze te tonen, anders hadden we de graven niet gevonden.
Onvermeld hierboven is dat het opgraven van het vliegtuig niet zomaar is gegaan. Een groep bewoners heeft zich er sterk voor gemaakt en na jaren van onderhandeling met allerlei instanties is het in 2003 gerealiseerd, enkele maanden voor de dijkdoorbraak.

Eric en Liz waren zeer onder de indruk en we hebben de rol van de Canadezen bij de bevrijding en de relatie tussen beide landen besproken. Eric was ooit toeschouwer bij een bezoek van koningin Juliana aan Canada.

Eric en Liz vetrokken weer naar Reeuwijk. Daar zullen we hen woensdag weer zien als we met alle neven en nichten bij elkaar zijn. Zij gaan daarna naar Portugal en Zwitserland om eind september aanwezig te zijn bij ons familiefeest met de zussen van Liesbeth en al onze (klein)kinderen voordat ze weer naar Canada vertrekken.


Column 20, Het Basisinkomen

Essay

Al zeer lang wordt over het basisinkomen gesproken en geschreven. Voor Thomas More was het al een peiler onder zijn Utopia in de 16de eeuw. Verder is er in de loop van de tijd veel gedoe over geweest. Er bestaan veel aannames bij politici, veelal gedreven door hun zicht op de maatschappij: progressief of behoudend.

Nu we in een tijdframe zitten van een tekort aan arbeidskrachten zou de visie op het basisinkomen wel eens kunnen kantelen. Volgens mij gaat het invoeren daarvan gepaard met het beschikbaar komen van honderdduizenden middel- en hoogopgeleide arbeidskrachten. Mensen die nu veelal in shit-banen (zie achtergrondinformatie) zitten zoals het controleren van medeburgers op het volgen van de regeltjes, zouden veel leukere banen kunnen gaan bezetten. Kijk eens naar het UWV, de belastingdienst, de afdelingen sociale zaken van de gemeenten en diverse ministeries. Wat zou het mooi zijn om die mensen in te zetten in de zorg, het onderwijs en de politie. Daarnaast ook in de industrie als aanvulling op de arbeidsmigranten.

Is Nederland hier klaar voor? Je zou zeggen dat het nu, tijdens de formatie, een uniek moment is op dit op de kalender te zetten. Het vervelende is dat we nu in een formatie zitten die gekenmerkt wordt door het zicht van alle deelnemers alleen op de Haagse kilometer. Ik heb nog geen enkele deelnemer aan dit proces iets horen zeggen over wat goed is voor de Nederlanders. Onderling gekrakeel en gekissebis van wie-met-wie en waarom niet. Terwijl er grote vraagstukken klaar liggen om beantwoord en opgelost te worden.

De discussie over het basisinkomen zal afhangen van de uitkomst van de formatie. VVD en CDA zijn sterk behoudende partijen, dus daarvan moeten we het niet hebben. Ook bij een minderheidskabinet van VVD, D66 en CDA gaat het niet lukken, tenzij Wilders er heil in ziet. Alleen wanneer PvdA en Groenlinks aanschuiven, is er een kans. Maar ik vind dat deze twee partijen een zodanig hoog niveau van serviliteit aan de dag leggen om maar aan de macht te komen, dat ze bij het kruisje gaan tekenen zonder goed naar de inhoud te kijken. In dat geval gaat het ook niet gebeuren.Ik hoop dat ik te pessimistisch ben en dat D66 het toch voor elkaar krijgt om het basisinkomen hoog op de agenda te krijgen. Kaag heeft hier een sleutelrol. Heb ik daar veel vertrouwen in? Eigenlijk niet heel veel. Zij heeft in de afgelopen maanden tot twee keer toe een slechte beurt gemaakt. In eerste instantie bij de aanpak van de pandemie. Er is maar één manier om een pandemie te bestrijden en dat is wereldwijd samenwerken i.p.v. alle vaccins van de markt halen en alleen te gebruiken voor de rijke landen. Als er iemand is in Nederland die dat voor het voetlicht had moeten brengen is dat Kaag in haar rol als minister van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Dat heb ik haar niet zien doen. Vervolgens het probleem Afghanistan. Samen met twee staatsecretarissen was Kaag verantwoordelijk. Nu lees ik dat de drie ministeries totaal niet hebben samengewerkt. Kaag, als hoogste in rang en direct toegang hebbend tot de ministerraad, had hier de lead moeten nemen. Dat heeft ze niet gedaan. Was ze het zicht kwijtgeraakt achter Rutte's rug op de bagagedrager? Wie zal het zeggen. Wie weet gaat ze toch "nieuw leiderschap" etaleren.

Achtergrondinformatie

Wat lossen we op c.q. welke voordelen gaan ontstaan:

- we gaan van een (voorwaardelijke) uitkering naar een (onvoorwaardelijk) inkomen, waardoor (1) mensen zich serieus genomen voelen: het basisinkomen is een burger dividend, een aandeel in de rijkdom van het land en de wereld, (2)  mensen zelf kunnen bepalen waar zij in investeren zoals basisvoorzieningen, opleiding, ontwikkeling etc., (3) mensen de ruimte hebben om werk te vinden dat goed bij hen past, (4) het aantal zogenoemde shit-banen sterk zal verminderen: werk dat geen toegevoegde waarde heeft. Dat heeft tot gevolg dat er nog meer werknemers beschikbaar komen, (5)  mensen zich prettiger voelen in hun werk.
- geen toeslagen meer met bijbehorende ambtelijke willekeur, fraude door gebruikers en achterdocht vanuit de overheid.
- vereenvoudigd belastingstelsel dat iedereen kan begrijpen.
- honderdduizenden banen vallen weg bij UWV, Belastingdienst, Gemeenten, GGZ en centrale overheid; werknemers zijn beschikbaar voor de zorg, het onderwijs, de politie etc. en voor de industrie.
- er komt meer ruimte om maatschappelijke problemen aan te kaarten zoals klimaat, energietransitie en veiligheid vanuit de gedachte dat het gaat om zinvol werk.

Welke problemen gaan ontstaan, wat moeten we oplossen:

- dit is een forse transitie die niet zo maar tot stand zal komen. Centrale aansturing en begeleiding nodig, medewerking vragen van alle lagen in de maatschappij.
- aandacht nodig voor het voorkomen van het creeëren van nieuwe ongelijkheid waar we het tegenovergestelde beogen.
- voorkomen van duizenden uitzonderingsregels om te voorkomen dat iemand er ook maar 1 cent op achteruit gaat en er weer een hopeloos complexe situatie ontstaat.

Voor welk nepnieuws en welke hoaxes moeten we ons te weer stellen:

- gratis geld maakt mensen lui: onzin, mensen willen graag een bijdrage leveren aan zichzelf en de maatschappij, zeker als je werk hebt naar je zin. Het aantal werkschuwe mensen zal niet hoger worden laten de wereldwijde pilots zien.
- dit kunnen we nooit betalen: let maar op: verhoogde productiviteit en economische groei zal plaatsvinden.

Hoe gaan we dit financieren:

- goederen en diensten worden goedkoper geproduceerd, daar zit ruimte voor financiering van het basisinkomen via een heffing op goederen en diensten.
 - uitkeringen vervallen zoals bijstand, WW, AOW en ook alle toeslagen.
 - Het gaat om belastingen, heffingen of premies. Een mogelijkheid om het basisinkomen te financieren is door middel van de inkomstenbelasting – vanaf de eerste verdiende euro – door de huidige eerste vrijgestelde schijf te schrappen.

Wat wordt de hoogte van het basisinkomen?

Om een voorbeeld te noemen: het Nibud berekende dat met 1200 euro per eenpersoonshuishouden, 1800 per tweepersoonshuishouden, plus 300 per kind (vanaf het derde kind 100) de totale kosten van een basisinkomen 171 miljard euro bedragen.

Meningen:

Rutger Bregman:  'Wereldwijd zijn er al experimenten gehouden en het is bewezen dat het werkt.' Iedere keer opnieuw bleek dat het basisinkomen zorgde voor minder ongelijkheid, minder armoede, minder kindersterfte, lagere gezondheidskosten, minder criminaliteit, betere schoolresultaten en zelfs economische groei.


Column 19, Complot

(dit is geen column voor diegenen die nu al wakker liggen van de strapatsen van politici)

Ik houd echt niet van de complot theorieën, maar nu ben ik er toch een op het spoor. Hoe het komt of wat er is gebeurd dat weet ik niet, maar het dynamisch duo Rutte/Kaag is bezig met een missie om Nederland naar de verdoemenis te helpen. Terugkijkend is Rutte daar al meer dan tien jaar mee bezig, maar met de hulp van Kaag komt nu alles in een stroomversnelling terecht.

Daarvoor heb ik de volgende bewijzen gevonden.

  1. Voorkomen dat Nederland een volgend kabinet krijgt. Ze hebben een perfecte formatie-clash bedacht. Kaag wil niet met de CU en Rutte niet met de linkse wolk. Dat betekent geen kabinet over links, niet over rechts en niet over het midden. Ze blijven maar beweren dat ze goede gesprekken hebben. Wij moeten dan denken dat ze voortgang maken met de formatie, maar ze bedoelen hun eigen missie. Daarom blijven ze zo goed geluimd.
  2. Afdekken van hun fouten uit de vorige kabinetten. Zolang ze blijven formeren wordt minder aandacht geschonken aan fouten in het verleden. Afspraken over parlementaire onderzoeken verklaren ze als niet mogelijk met een demissionair kabinet. Dat is om te voorkomen dat die fouten worden hersteld, want dan is het werk van jaren vergeefs geweest. Maar persoonlijk zijn ze "voor den drommel" niet de-missionair.
  3. Aanwijzen van functionarissen die de door hun gemaakte missers moeten opvangen. Mooiste voorbeeld daarvan is Hugo de Jonge. Ik geloof niet dat hij in het complot zit, maar het is toch frappant dat hij zo naïef het hulpje van Rutte speelt en probeert alle rommel steeds op te ruimen. Wat zal hem beloofd zijn? Maar Hugo is niet de enige. Opeens is er een soort epidemie uitgebroken van politici die hun werk niet meer aankunnen. Dat zijn degenen die de missie in de weg zitten. Met grote voortvarendheid worden vervolgens nieuwe mensen ingebracht die alle benodigde competenties missen. De doeltreffendste voorbeelden vind je in de dossiers van Groningen en de Belastingdienst.
  4. Monddood maken van de 2de kamer. Demissionair blijven was de eerste stap. Vervolgens werd "onze Pieter" vakkundig uitgeschakeld. Hij dient als afschrikwekkend voorbeeld voor diegenen die mogelijkerwijze ook iets van plan waren. Dat hebben ze inmiddels wel uit hun hoofd gezet. Ze zijn inmiddels als makke schapen in een hok.
  5. Pappen en nathouden. Iedere keer grote beloftes doen en er vervolgens niets van bakken. Compenseren van ouders in de toeslagenaffaire, heropbouw van de huizen in Groningen, ophalen van Afghaanse medewerkers, toezeggen compensatie voor boeren aan de Maas. Deze lijst kan nog veel langer gemaakt worden.

Wat zit er achter. Persoonlijke frustraties? Psychopatische aanleg of gewoon Wie is de mol?


Column 18, We gaan weer zingen met het koor

Eind juni gaf het kabinet aan: alles op 1,5m mag weer. Zingen als koor dus ook, zij het in een aangepaste opstelling. In de persco van 13 augustus werd deze stelling nogmaals bevestigd. De hoop dat we weer in een normale kooropstelling zouden kunnen zingen werd daarmee de grond in geboord. Sterker nog, het aantal besmettingen daalde de laatste weken maar stabiliseert nu. En het kan eigenlijk niet anders dan dat in de komende tijd het aantal weer zal oplopen. Allereerst door de terugkerende vakantiegangens en vanaf medio september vanuit het onderwijs. Ik hoop overigens van harte dat ik ongelijk krijg. Zeker is dat ik, als oudere, de nodige voorzichtigheid in acht zal nemen.
Zeker is ook dat we met het kamerkoor De Bachanten weer van start gaan met de repetities in volle bezetting. De kerk waarin wij repeteren is groot genoeg om, in de gevraagde opstelling, met de ruim dertig leden veilig te zingen.
Er zijn twee redenen voor mij om direct weer aan te sluiten. Allereerst vind ik het leuk om de koorleden weer te zien en te spreken. Het koor vormt een leuke groep en ik zie uit naar de onderlinge contacten. Het afgelopen seizoen hebben we voornamelijk gerepeteerd via Zoom. Hoewel het instuderen van nieuwe koorwerken goed is te doen en daarmee de samenhang in het koor gediend is, bleek het toch duidelijk tweede keus. Alle lof voor het bestuur o.l.v. Tom voor de inspanningen voor het koor.
Ten tweede zing ik graag en de wekelijkse repetities en de uitdaging om nieuwe koorwerken in te studeren zijn voor mij een stimulans om ook thuis te repeteren. Bovendien is zingen gezond voor lichaam en geest. Ons repertoire bestaat uit klassieke muziek. Vroeger werden teksten gemaakt over religie, liefde of natuur en dat is precies de mix in onze koorwerken.

Hoe ben ik eigenlijk bij de Bachanten terechtgekomen? Ik ben daar lid geworden in het najaar van 2015. Ik had al kennis gemaakt met enkele Bachanten tijdens de repetities en uitvoering van de Mattheus Passion in de Stichtse Vecht die ik drie keer deels heb meegezongen. Dat was mijn eerste kennismaking in mijn leven met een koor. Zware kost dus om mee te beginnen en dat kostte ook wel de nodige inspanning. Ik heb daarna een jaar zangles genomen om een wat bredere basis te krijgen.
Enfin, Tom, Linda en Fred hebben hun best gedaan om mij te recruteren en dat is ze dan ook gelukt.
Zelf heb ik het koor kunnen helpen door de in ontwikkeling zijnde website op te pakken en af te maken. Ik fungeer nu als webmaster. Voor wie eens rond wil kijken klikke op de website. 

Hoe komt het koor eigenlijk aan haar naam? “Bachanten” lijkt een link te leggen met de liederlijke nimfen uit de Griekse mythologie. Maar de spelling klopt niet en als het juist was zou het een dameskoor impliceren van een bepaalde signatuur. Nee, het koor is opgericht in een huis aan het Bachplein in Maarssen.
Zo zie je maar. Bij de Bachanten hoeft niet alles precies te kloppen als het maar leuk is.


Column 17, Waarom mannen niet synchroonzwemmen,

en andere (on)zinnige wetenswaardigheden van de Olympische Spelen

 

Ik vond onze Pieter wel enkele dictatoriale trekjes hebben tijdens de persconferentie deze week. Hallo zeg, er was nog bedroevend weinig gepresteerd, er waren de meest krankzinnige ongelukjes gepasseerd en relatief veel deelnemers en coaches besmet. Maar Pieter en zijn baas Maurits lachten alles weg en vonden dat ze niets verkeerd hadden gedaan.

Dat terwijl ik op de ochtend van de beruchte vlucht al veel tweets had gekregen, maar Pieter en Maurits blijkbaar niet.

In de dagen erna:

  • - hadden de vrouwen wielrenners niet gezien dat die Oostenrijkse veertig km met de ploegleiderswagen was meegereden;
  • - had Mathieu niet onthouden dat zijn coach het “plankje” had uitgeleend aan Badloe voor het plankzeilen. Overigens bakte die er in die race helemaal niets van;
  • - vond bmx’er Kimmann het nodig om een official omver te rijden; die mensen moeten toch ook hun werk doen!
  • - maakt Van der Breggen een verkeersregelaar zo boos dat die moest ingrijpen. Hier staat in Nederland een behoorlijke straf op;
  • - enz. enz.

Onbetrouwbare bronnen rond TeamNL beweerden dat de sporters wilden gaan staken en het vliegtuig naar huis wilden nemen, maar dan wel op een veilige manier. Pas toen Pieter beloofde om over twee weken af te treden gingen ze weer aan de slag.

En hoe, beste lezers, die dag liep alles op rolletjes. Alsof alle spanning van hen was afgevallen. Acht medailles op één dag. En dan is het gezeik (volgens Pieter dan) van de pers stante pede afgelopen. Iedereen is opeens positief (huh!!).

Voor mij, fervent fan van de atletiek, gaan de spelen vrijdag pas echt beginnen. Wat kunnen we daarvan verwachten?

Er zijn diverse atleten afwezig door corona, Schippers en Samuel hebben de 100m alvast geskipt om teleurstellingen te vermijden en Hassan heeft te horen gekregen dat haar coach levenslang is geschorst. Poeh Poeh, dat is geen kattepis.
Maar een echte fan gaat voor de strijd en kijkt niet naar nationaliteit. Ik verwacht sport op hoog niveau. Wie daar meer inzicht in wil hebben klikke op baan-atletiek , daar staat een aantal artikelen van de hand van kenners van de atletiek.

En, oh ja, hoe zat het nu met mannen die al of niet aan synchroonzwemmen doen? Om eerlijk te zijn, dat weet ik eigenlijk niet. Daarom aan jullie als lezers de vraag. Weet je het? Klik dan op reacties en laat ons niet in onwetendheid achter. Alvast bedankt!


Column 16, De Energietransitie

Wie heeft de wijsheid in pacht? En wie is in staat om de transitie daadwerkelijk te realiseren?  En hoe dan?
Ik ook niet zomaar, moet ik zeggen. Maar als het gaat over de in te zetten middelen, wil ik wel een visie neerzetten, oftewel hoe zou ik het oplossen.
En die oplossing bestaat dan grotendeels uit Waterstof, Waterstof en Waterstof.
Tussen nu en 2050 moeten de fossiele brandstoffen de wereld uit of, liever gezegd, op hun plek blijven zitten. Met de huidige plannen vanuit de Parijs-deal, voor de EU aangevuld met de Green-deal, gaat dat voor geen meter lukken. Als we in Nederland (en West-Europa) al niet in staat zijn om het elektriciteitsnet op het juiste verwerkingsniveau te krijgen, hoe zou dat dan in 2de en 3de wereldlanden gaan? Bovendien gaan 3de wereldlanden op weg om 2de en, samen met de nu 2de wereldlanden, 1ste wereldlanden te worden. En dan gaan ze evenveel energie gebruiken als wij doen. En die ontwikkeling is maar goed ook, want anders willen alle mensen uit die landen bij ons komen wonen.
Bij ons stagneert de bouw van zonnedaken en -weiden omdat de opgewekte energie niet verwerkt kan worden. Dat leidt tot stopzetten van de opname en tot frustraties bij bezitters. We hebben behoefte aan energie die opgeslagen en vervoerd kan worden, dat ziet een kind. En dat kan met steenkolen en olie, maar dat willen we dus niet meer. Waar het ook mee kan, dat is waterstof.
Mijn plan is dat we in eerste instantie waterstof gaan gebruiken voor de industrie en zwaar vervoer (vrachtwagens en schepen). Vanaf 2035 kunnen we starten met het toepassen van waterstof voor woningen. Met een betrekkelijk eenvoudige aanpassing werken de cv-installaties in de woningen op waterstof. Het bestaande aardgasnet is in staat om de waterstof naar de woningen te brengen. Aanpassingen zijn nodig in de cv-ketel en in de transportapparatuur van de gasunie. Met laatstgenoemde hebben we dan ook al een provider. Intussen zijn daar al diverse proeven mee gedaan.

Hoe komen we aan al die waterstof, want er zal erg veel nodig zijn? Nou, door wereldwijd samen te werken aan opwekking en vervoer. Al meer dan een eeuw lukt dat met fossiele brandstoffen. Waarom zou dat niet kunnen met waterstof? Grote zonneweiden, windmolenparken en waterkrachtcentrales op die plekken in de wereld waar ze effectief kunnen worden ingezet. Liever ergens in de woestijn dan in onze achtertuin. We betalen er voor net als voor de olie. Distributie gaat met dezelfde middelen als nu met olie of vloeibaar gas.
Stel dat dit mogeljk zou zijn, welke vraagstukken blijven dan nog over?

Allereerst: wat doen we met de huidige tendens tot elektrificering? Wel, daar gaan we gewoon mee verder. Dat gaat helpen in het traject naar 2030. We moeten wel proberen te voldoen aan de bestaande afspraken. Bovendien gaat het helpen voor onze gedachtevorming en strategie, omdat mijn inziens ergens tussen 2025 en 2030 zal blijken dat de bestaande afspraken lang niet die resultaten zullen opleveren die wij daar nu van verwachten. Althans dat verwacht onze vriend Timmermans. 

Bovendien: Wat moet er gebeuren om dit mogeljk te maken? Het antwoord is Politiek, Politiek en Politiek. Weg met alle lobbyisten voor olie en elektriciteit. Bovendien ook weg met alle autarkische elementen zoals “wij kunnen dit in ons eigen land zelf wel”. Internationaal samenwerken dus!!! En...het vooral niet overlaten aan de vrije markt. Dan worden we overgeleverd aan een nieuwe generatie oligarchen en zijn we dus voorgoed in de aap gelogeerd.


Column 15, Op de fiets naar de Eifel

De overstromingen in de Eifel in Duitsland doen mij denken aan de keren dat ik daar geweest ben. De eerste keer was wel de meest bijzondere. Ik was 15 jaar oud en zat op het internaat in Heemstede. De leiding van de onderbouw stelde voor, voor wie dat wilde, een zomervakantie te organiseren naar de Eifel op de fiets. Ik nam snel contact op met thuis en kreeg toestemming om mee te gaan. Ik had geen fiets, maar mocht die van jongere broer Theo gebruiken. Een sportieve fiets met vier versnellingen. Alles in kannen en kruiken dus.
Op de dag voor het vertrek vanuit Heemstede fietste ik vanuit Warmenhuizen daar naar toe. Een leuk opwarmertje van iets meer dan 50 km. De volgende ochtend vertrokken we met een goep van zo’n twintig jongens en twee begeleiders. De eerste etappe eindigde in Geldrop. Mijn belangrijkste herinnering aan die dag was dat het eindeloos duurde. In het begin sprintten we nog naar ieder plaatsnaambord, maar naarmate de dag verstreek trapten we steeds apathischer verder. Nu ik tijdens het schrijven even op maps kijk, zie ik dat het zo ongeveer 150 km was.  Van die overnachting daar kan ik me niets meer herinneren. Ik denk dat ik vanaf mijn fiets zo in mijn slaapzak ben gerold en pas ‘s morgens wakker ben geworden. Om alweer tijdig te vertrekken naar Jülich, aan de rand van de Eifel. Dat was slechts 100 km met op het einde wel enig klimwerk. Dat was voor mij nieuw. Ik was blij met mijn vier versnellingen.
‘s Avonds werden we uitgenodigd om te komen kegelen in de plaatselijke club. Dat was leuk. In Nederland was bowling in opkomst. In vergelijking met kegelen was de bowlingbaan een snelweg waarbij je zo hard mogelijk moest gooien. Bij kegelen kan dat niet. Als je recht vooruit gooit dan valt er precies 1 kegel om. Van de negen dus, ipv 10 bij bowling. We kregen een half uurtje les om de bal in een curve te werpen zodat er meer kegels zouden omvallen en daarna speelden we een wedstrijd. Daarvan kan ik me niet veel meer herinneren, dus ik zal niet hebben gewonnen.
De derde fietsdag had Burgsahr als eind- en verblijfpunt, 75 km verder. Dat is een gehucht aan de Sahrbach, een beek die uitkomt in de Ahr bij Altenahr, zo’n tien km verder. Dat is ruim dertig km ten zuid-westen van Bonn.
Onderweg kregen we te maken met een voor een aantal jongens nieuw fenomeen, namelijk bergen. De eerste keer omhoog gaf veel gekreun, dit was wel zwaarder dan een noord-westen wind. De eerste afdaling werd bijna een ramp. Ondanks de waarschuwing van de leiders stortten een tiental jongens zich naar beneden en konden de eerste haarspeldbocht daarna niet houden. Gelukkig was het ravijn niet al te steil en stonden er veel bomen. Gebutst en geschaafd verschenen de jongens weer op de weg en nadat alle sturen waren rechtgezet, konden we weer verder.
We logeerden bij een boerengezin op de zolder van de schuur met onze slaapzakken in het stro. Het gezin bestond uit een echtpaar met twee kinderen en oma. De man werkte overdag aan de weg bij een wegenbouwbedrijf. ‘s Avonds was hij de kapper van het dorpje en tegelijkertijd was hij ook de burgemeester. Blijkbaar hoorde hij toch al alles wat er speelde. Oma deed de boerderij en je moest goed uitkijken op het erf als zij er met de tractor aan kwam racen.
Voor eten en drinken werd gezorgd en wij gingen er elke dag en groupe op uit. Op zondag gingen we naar het plaatselijke kerkje, waar één van onze begeleiders de preek verzorgde. Verder konden we op de boerderij voetballen en ‘s avonds waren er de quizzen en de verhalen.
Zo verliep de tijd. Na 56 jaar kan ik alleen nog maar de highlights ophoesten. Het moet zo zijn dat we allemaal weer heelhuids thuis zijn gekomen om de zomervakantie verder af te maken.
Toen ik zo de afgelopen dagen op de tv en in de krant zag wat de overvloedige regen met de Eifel heeft gedaan, schrok ik wel. Anderzijds ook wel begrijpelijk. Een actie zoals bij onze Maas om ruimte te maken voor de rivier kan daar veelal niet. De dalen zijn vrij smal. Je ziet de rivier en de weg er naast, soms ook nog een spoorlijn. Aan beide kanten loopt het steil omhoog. En waar het even vlak blijft liggen de straten met huizen. Als er zo’n golf water aan komt, zit je met z’n allen in de val. Dat is zeker het geval bij de Ahr, waar de meeste slachtoffers zijn gevallen. Bad Neuenahr ligt niet ver van Altenahr. Overigens hebben we in Limburg nog wel een uitdaging bij de Geul. Dit alles maakt dat er geen eenvoudige oplossing is. Wij mogen ons eens te meer gelukkig prijzen dat we in Nederland wonen. We zijn het afvalputje van West-Europa, wat het water betreft qua hoeveelheid en kwaliteit, maar we hebben ook de technische en economische mogelijkheden om er iets aan te doen.
Sorry voor het wat trieste einde van deze column. Het laatst genoemde vergezicht kan nog dienen als een anker.


Column 14, Hoezo digitale beveiliging

In het beging van de negentiger jaren volgde ik een seminar over PC-beveiliging. Ongeveer 300 mensen in de (bioscoop) zaal. Exact om negen uur kwam de spreker onder applaus het podium op. Dit is typisch Amerikaans. Wij Hollanders gaan pas klappen als iemand iets heeft gepresteerd of als het een BN'er is. Het was een Amerikaanse jongeman die 100% beantwoordde aan het beeld dat alle deelnemers hadden van een nerd. Slobberttrui en dito broek en het lange haar in een staartje gebonden.
Waarom was ik daar? Nou, ik was opgenomen in het register van IT-auditors en in het kader van permanente educatie was ik verplicht om een aantal uur per jaar onderwijs te volgen of onderzoek te doen in het vakgebied. Dit seminar viel daar keurig in. Het aantal PC's, zeker zakelijk, groeide en er was grote zorg bij vakgenoten of beveilinging van de PC's wel hoog genoeg op de agenda stond bij de PC-industrie.
De jongeman begon zijn presentatie en iedereen hield plotseling de adem in. Zijn stem, de uitspraak en zijn non-verbale communicatie paste totaal niet bij zijn uiterlijk. De volgende anderhalf uur heb ik, en ik denk ook de andere deelnemers, op het puntje van mijn stoel gezeten. Wat een goede presentator. Dat is natuurlijk ook de reden dat ik het nog zo goed weet. De jongeman keek bij zijn eerste zinnen geamuseerd rond. Hij had dit effect waarschijnlijk altijd en had even zijn moment-of-glory.
Het eerste deel van de presentatie was erop gericht om het probleem bij iedereen te laten indalen, voordat hij met oplossingen zou komen. Dat deed hij met een metafoor:
"Beste mensen, ik vertel u nu hoe het is als je een auto koopt die net zo is beveiligd als een PC. Ik kocht vorige maand een auto voor het dagelijks gebruik. Toen ik de deal afrondde vroeg ik aan de verkoper of er nog zaken waren waarmee ik rekening moest houden. Daarop kwam het volgende antwoord. Goed dat u dat vraagt, zei hij. Jazeker, als eerste moet ik zeggen dat deze auto geen rem heeft. Daar zijn wij niet zo van. Een auto moet rijden en niet stoppen. Ik zal je een kaartje meegeven van een bedrijf dat een rem kan inbouwen als je dat per se wilt. Hier heb je ook een kaartje van een ander bedrijf dat richtingaanwijzers, ruitenwissers, veiligheidsriemen etc. kan inbouwen. Ten slotte nog een die sloten op je auto kan zetten. Ik waarschuw je alvast, deze bedrijven werken niet samen en wat de een inbouwt kan door de andere weer worden uitgezet omdat het niet past bij wat hij moet inbouwen. Dit wordt een ingewikkeld traject, kan ik je verzekeren en het gaat ook in de papieren lopen. Als ik jou was, dan hield ik het bij wat je nu hebt.
U gelooft dit natuurlijk niet, ging de presentator verder, en gelukkig is het ook niet zo. Maar zo gaat het wel als u een PC koopt. Alleen de meeste kopers beseffen in het geheel niet welke risico's zij lopen."
Dit was in de rijd dat veel PC's stand-alone werden gebruikt. Dat wil zeggen dat de PC niet aan een netwerk hing en alleen een draadje had naar de printer die er naast stond. Maar zeker zakelijk werden PC's aan elkaar gekoppeld en ook aan de grote computers in het bedrijf. Daar ontstonden de eerste discussies over beveiliging.

Tegenwoordig is alles aan elkaar gekoppeld. Niet alleen computers, maar ook je telefoon, je lampen, je auto, je koelkast, je kunt het zo gek niet bedenken. En toch zijn we mutatis mutandis niet erg opgeschoten vergeleken bij de situatie van die auto in de negentiger jaren.
Ik heb drie PC’s (1 desktop en 2 laptops) voor de continuiteit, twee verschillende anti-virus pakketten, VPN om mij wat onbekender op het web te tonen, ingewikkelde codes om de PC’s op te starten en een wachtwoordkluis. Opgeteld heb ik twee hardwareleveranciers, twee anti-virus leveranciers en een wachtwoordkluis leverancier. Derhalve vragen HP, Asus, Google, Microsoft, Eset, Avast, NordVPN en Dashlane steeds om mijn aandacht en harde pecunia. Soms, als iets niet goed meer werkt heb ik de neiging om een groot deel de deur te wijzen. Maar ja, dan rijd ik in een auto zonder rem.


Column 13, RODKA en andere wetmatigheden in het voetbal

RODKA - Recht Op De Keeper Af. Hoeveel schoten worden er niet recht op de keeper gegeven? Ik heb meermalen geturft. 7 op de 10, het is niet te geloven. Waar trainen die jongens op? Elke dag! En de verslaggever van dienst geeft dan de keeper een compliment. Hij staat steeds op de goede plek. Nou, het is maar beter ook dat hij continu in het midden van het doel blijft staan. Houdt ie ook nog eens een bal tegen, die mislukte voetballer.

VGHDDD - Van Gaal Het Duizend Dingen Doekje. Er kan geen probleem oppoppen in het voetbal of Van Gaal moet het oplossen. Als trainer, als technisch directeur, als performance manager, desnoods als ballenjongen. Gelukkig was het tijdens het bewind van Koeman even rustig, maar zodra De Boer zich liet zien, ging het weer los. En nu wordt hij door de KNVB weer benaderd. Van Gaal is en (hoop ik) blijft met pensioen. Het gaat er overigens nu niet om of hij zijn rug rechthoudt (hij is met een natte dweil te lijmen), maar of Truus dat zal doen.

SNG - Spelers Niet Gemotiveerd. Befaamde uitspraak van een trainer na afloop van een verloren wedstrijd. Hoezo SNG? Het is je werk mannen! Je krijgt er een aanzienlijke som geld voor en je fan’s kopen daar een ticket voor. Schaam je.

WWK - Oh Nederland, Oh Nederland Wij Worden Kampioen! Wij houden van .....oh nee dit woord krijg ik niet uit mijn toetsenbord. Zodra de EK of WK eraan komt en er een oefenwedstrijd niet is verloren gaan we zingen, een nieuwe tv kopen, huis en straat versieren, naar de supermarkt om allerlei artikelen te kopen. Er is maar één land dat ons in dat grenzeloze optimisme verslaat en dat is Schotland. Maar goed, dat land heeft nog nooit de volgende ronde gehaald. Ik zeg maar hoe groter de verwachtingen des te groter de deceptie. En dat hebben we vorige week weer meegemaakt.

ARGAB - Arjan Robben Gaat Altijd BInnendoor. Deze boodschap is voor alle linksbacks van deze aarde. Hoezo ARGAB, bereid je je niet voor op de wedstrijd? Het is even zoeken naar het moment, maar de rest kan met je ogen dicht. Dat laatste is misschien maar beter ook, want dan trap je niet in zijn schijnbewegingen.

352 - 433 - 343 - 532 GMIMP. Gooi Maar In Mijn Pet. Het is niet het systeem dat het doet, maar de voetballers. Overigens verlies je met deze systemen alle wedstrijden. Met z’n tienen dus en zonder keeper. Oh wat een amateurs!

VAR - Verdorie Altijd Ruzie. Verder geen kommentaar.

ZMHNV - Ze Moeten Het Nu Verdienen. Daarom krijgen de voetballers zo veel geld. Hoezo! Ze kunnen op hun 35ste toch gewoon een baan zoeken? In plaats van op of in hun zwarte gat te gaan zitten? Is dat gelijk ook opgelost.

TTJ - Tikkie Terug Jaap. Altijd dat gebrei, tikkie terug, tikkie breed en dan nog honderd keer. Zestig procent van de tijd zit je daarnaar te kijken. ‘t schiet niet op.

MDDV - Maar Dan De Vrouwen. Geen gebrei (sic!), geen tikkie breed of terug, geen gezeur, altijd op weg naar het doel. Ik kijk uit naar de Olympische Spelen. Daar zit dan wel geen publiek, maar dat zijn ze gewend.

FOODT - Foute Oefeningen Op De Training. Het is een leuk spelletje op de training. Om de beurt schieten met de bal op de lat, de paal, of op de kruising. Wie de meeste treffers heeft is de winnaar en zijn schoenen zullen een week lang worden gepoetst. Fout, Fout, Fout. Als je dit goed kunt, maak je in de wedstrijd nooit meer een doelpunt!

MA - Mooie Acties. Ja, daar kan ik van genieten. Snelle aanname, mannetje passeren, verrassende wendingen, 1-2’tje, passje binnendoor, hard schot op doel..................shit RODKA.

ZIBMFWEK - Zo, Ik Ben Mijn Frustraties Weer Even Kwijt.


Column 12, Jules

Ik ben iemand die vooruit kijkt. Leren van het verleden om het beter te doen en jezelf daarmee ontwikkelen. Als mensen bij mij binnenkwamen met een vraag en ik wist steeds het antwoord, dan werd ik onrustig. Als ik ook al kon raden wat de vraag was, dan werd het tijd om weer iets anders te zoeken. Dat betekende dat ik in mijn leven veel afscheid heb genomen van mensen. Iedere keer als ik privé iets anders ging doen of een nieuwe functie of baan aannam verloor ik mensen met wie ik een band had opgebouwd. Niet met iedereen een echte “klik”, maar iedere keer had ik wel de neiging om enkele mensen mee te willen nemen. Maar dat gaat natuurlijk niet. En als je dat meer dan tien keer doet, is het onmogelijk om goed contact te onderhouden met al die mensen. Het schrijnende is dat je steeds belooft om contact te houden, maar dat het er meestal gewoon niet van komt. Dat zal je ongetwijfeld bekend voorkomen. Maar er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen. Eén van die uitzonderingen is Jules.

Ik werkte in de tachtiger jaren als technical auditor bij de interne accountantsdienst van de Amrobank. Technical audit was een nieuw vak binnen de accountancy, bedoeld om ICT-installaties (computers, netwerken, beveiliging) en de organisatie daaromheen te beoordelen op consistentie en betrouwbaarheid en zonodig te adviseren.
Mijn leidinggevende, Margaret, had het plan opgevat om de universitaire studie IT-audit op te zetten en had daarbij de ambitie om bijzonder hoogleraar te worden. Zij zocht deelnemers voor de opleiding met deels een achtergrond in accountancy en deels in de techniek. Die deelnemers kwamen van accountantskantoren en banken. Vanuit de Amrobank zelf werden Jules en Frans, beiden accountants, gevraagd en als techneut kreeg ik een uitnodiging om deel te nemen. Dat vond ik zeer eervol; ik had immers geen universitaire studie gevolgd en dit was een post-doctorale studie aan de VU in Amsterdam. Ik had Jules al zijdelings meegemaakt als medewerker van het stafbureau van de interne accountantsdienst, maar nu gingen we samen studeren, althans één dag per week en twee jaar lang.

Jules was dus accountant en vond met name de technische onderdelen lastig. Ik moest het nodige leren op het gebied van administratieve organisatie en controleleer. Die twee vakken volgde ik in het eerste semester naast de reguliere colleges. Dat waren de drukste maanden van mijn leven met opgaves maken in nachtelijke uren. Ik mocht dan wel de opleiding volgen, maar het werk ging ook gewoon door en dan ook nog deze vakken. Dat alles nam niet weg, dat we ontzettend veel lol hadden tijdens en rondom de vrijdagse colleges. Maar de twee jaren gingen snel om en aan het einde slaagden Jules en ik beiden voor het examen.

Links het Amro Computercentrum in Amstelveen naast de A9, geopend in juni 1972, net nadat ik daar was begonnen.

 

 

Rechts het gebouw van De Nederlandsche Bank op het Frederiksplein in Amsterdam

Zoals ik deze column begon, zo ging het ook nu. Jules was door de opleiding “hot” op de markt en vertrok na enige tijd naar De Nederlansche Bank (DNB). We namen dus afscheid en het contact verwaterde. Zelf wierp ik mij op voor promotie binnen de interne accountantsdienst, maar opeens bleek de gedachte van de opleiding om als techneut leiding te geven aan accountants toch niet zo hanteerbaar. Ik besloot om een boerenwijsheid toe te passen,nl “een wijs man plast niet tegen de wind in”, en zocht een functie elders binnen de bank. Dat lukte snel en dan gingen er vele jaren voorbij totdat ik in 2005 de inmiddels ABN Amro had verlaten. Ik krijg als zzp’er een opdracht bij DNB. En wie vind ik daar terug? Jules dus. We plannen onmiddellijk een lunch en, als ik enkele maanden later ook in dienst ben getreden, doen we dat ieder kwartaal. Mijn secretaresse Marina bespreekt iedere keer een ander restaurant en zo leren we de horeca in Amsterdam in de vijf jaren daarna goed kennen.
Ik heb veel geleerd van Jules over hoe DNB in elkaar steekt qua cultuur specifiek en van zijn wereldwijsheid in het algemeen. Bovendien was hij een interne klant van mij. Ik bestuurde de ICT en hij gebruikte die. Hij moedigde mij ook steevast aan in mijn strijd om de medewerkers van DNB op afstand te kunnen laten werken. En toen dat gelukt was, werd hij een tevreden maar kritische gebruiker. Daar had ik wat aan! Dan mocht de lunch ook wel eens wat langer duren.
Maar ook aan die tijd kwam een einde. Ik vertrok na vijf jaar bij DNB en Jules bleef. Maar nu verwaterde er niets. We leven nu tien jaar later en twee keer per jaar, even onderbroken door Corona, gaan we uit eten. Na een paar keer ontdekten we dat we allebei graag biljarten en dat doe we nu altijd een uurtje voor het diner. Ik probeer altijd weer een ander restaurant te vinden en dat is op één keer na ook gelukt. Hoofdonderwerpen zijn onze eigen besognes en de nuttige wederzijdse feedback en daarna bespreken we de noden van Nederland en de wereld en lossen we die ook op. Jammer dat noch Nederland noch de wereld meeluistert. Maar dat laat onverlet dat we er gewoon mee doorgaan.


Column 11, 29 juni 2021, Strak & Kantig, het grootste driebanden biljarttoernooi van Nederland

Deze naam en omschrijving leveren meer vragen op dan antwoorden. Maar, hoe het ook zij, hierachter zit mijn oudste broer Jan die dit jaar het toernooi voor de 37ste keer organiseert. Corona zat het even in de weg, maar het jaar is nog lang niet om.
Eerst maar even de naam. Jan liet zich in de late zestiger jaren van de vorige eeuw omscholen tot schilder. Dat was nadat het agrarisch familiebedrijf, waarin Jan de geplande opvolger was van zijn vader, noodlottig tot zijn einde was gekomen. Daarover wellicht meer in een volgende column.
Tijdens die opleiding vielen vaak de woorden Strak en Kantig als verklaring van de kwaliteit van het schilderwerk. Ik mocht daar een keer getuige van zijn. Ook het proces van Opbrengen, Verdelen en Uitstrijken werd uitgelegd en gepraktiseerd. Dat deed mij denken aan Insteken, Doorhalen en Af laten glijden, maar dat was meer voor de meisjes in die tijd.
Jan maakte de woorden Strak en Kantig tot de naam van zijn schildersbedrijf met de impliciete belofte dat hij kwaliteit leverde. En dat was ook zo, getuige het feit dat het bedrijf meer dan veertig jaar actief heeft bestaan.
Ook is het zo dat ik uit een biljartfamilie kom. Het was de belangrijkste hobby van mijn vader en twee van mijn vijf broers. Zij brachten het met regelmaat tot regionale en zelfs landelijke wedstrijden. Ik heb iets van hun talent meegekregen, zij het dat ik pas na mijn 65ste jaar wat serieuzer ben gaan biljarten en niet kan tippen aan hun niveau.
Het derde ingrediënt voor de verklaring van de omschrijving ligt mede in de genen van de familie Mosch. “Overdrijven is ook een vak” krijg ik zelf en menig familielid wel eens toegeroepen. Ik heb dus nog geen wetenschappelijke onderbouwing kunnen vinden voor het feit dat dit toernooi het grootste van Nederland zou zijn.

Neemt niet weg dat het wel groot is. Ieder jaar doen bijna driehonderd biljarters mee aan het toernooi. In groepen van 25 spelers, verdeeld over vijf biljarts, wordt in één dagdeel gespeeld en gaan de besten steeds over naar de volgende ronde totdat uiteindelijk de finale ronde wordt gespeeld, die dan een winnaar oplevert (zie foto). Al met al duurt dat enkele maanden.
De deelnemers komen uit alle hoeken en gaten. Velen uit het dorp Warmenhuizen waar wordt gespeeld in biljartcentrum “De Liefhebber”. Anderen komen uit de omgeving in West-Friesland. Maar ik kom ook mensen tegen uit de overige delen van Noord-Holland, Zuid-holland en Utrecht. Het zijn veelal ook zeer trouwe deelnemers. Tijdens de laatste speeldag sprak ik iemand die al voor de 34ste keer meedeed.
Jan is dus feitelijk de Sponsor van het toernooi. De sponsoring bestaat grotendeels uit arbeidsuren. En dat zijn er niet weinig. Ieder jaar in november pakt Jan zijn telefoon en gaat alle potentiele deelnemers bellen. Hierin ligt de succesformule van het toernooi. Jan zit er bovenop, ook als mensen afzeggen of hun datum willen verzetten. De groepen zijn altijd bezet en hij is bij iedere wedstrijd aanwezig om toe te zien, alle uitslagen te verwerken en de volgende ronde te bemensen.

Rechts op de foto Jan met links de winnaar van 2019

Nog twee mensen zijn van groot belang. Het beheerderspaar Flip en Pieternel zorgen voor de zaal en de drankjes en de hapjes. Zij zijn de haarlemmerolie van het biljartcentrum.
Zelf doe ik nu voor de zesde keer mee. De eerste keer had ik beginnersgeluk en raakte zomaar in de finale. Helaas viel dat samen met de uitvoering van de Mattheus Passion, die ik deels meezong. Ik heb de finale dus moeten laten passeren. Daarna ben ik niet meer zover gekomen. Even iets technisch: in dit toernooi kan iedereen van iedereen winnen. Er zit een handicap-systeem ingebouwd. Zodra je boven je eigen gemiddelde uit gaat stijgen, ga je wedstrijden winnen. Dit jaar zit ik in de tweede ronde. Dit is ook het derde jaar dat ik er samen heen ga met Nico, die ik heb leren kennen op de bridgeclub. Wij biljarten al jarenlang op donderdagochtend in het dorpshuis in Wilnis.
Ik merk dat in dit verhaal de nadruk ligt op het biljarten. Dat is maar een deel van het verhaal. Het toernooi zorgt ook voor ontmoeting, de sociale kant. Jan probeert ieder jaar te starten met een groep bestaande uit zijn broers en hun vrienden. Omdat ik in het dorp ben opgegroeid, kom ik oud-klasgenoten tegen en spelers uit de voetbal- en volleybalteams van vroeger. Tijdens de middag of avond is er ruimte voldoende voor gesprek.
Al met al is het toenooi een jaarlijks fenomeen dat veel plezier oplevert. Zeker ook voor mij.

Toegift: een filosofische blik op driebanden.

Hierbij een aanbeveling voor de beoefenaren van het driebanden. Dat is een sport waarbij voor de meeste beoefenaren meer dan de helft van de pogingen fout gaat. Je speelt met dood materiaal, nl de keu, de ballen en de tafel. Wat er fout gaat komt door de persoon die de keu in handen heeft. De beste reactie op een fout is zoeken naar een manier om het de volgende keer beter te doen. Daarbij moet je jezelf vooral niets kwalijk nemen. Daardoor houd je de relatie met jezelf positief, waardoor je beter gaat scoren. Als dat het geval is moet je niet denken dat je goed kunt biljarten. Want dan gaat de score weer achteruit. In dat geval is het het beste om dit verhaal nog eens te lezen.


Column 10, 18 juni 2021, Essay

Dit is een kort verhaal dat is ontsproten uit de brein van de schrijver. Iedere gelijkenis met een bestaande situatie berust op louter toeval.

Jammer voor de koets van de koning

Ooit, in een ver verleden, had een voorganger van de huidige koning een koets gekregen van de inwoners van de hoofdstad. In een tijd waarin het land nog wat achterliep in omgangsvormen en moreel besef was de koets gebouwd met gebruik van veel goud en beschilderd met afbeeldingen uit nog vroegere tijden. De koning gebruikte de koets af en toe om naar zijn werk te gaan, speciaal als hij zijn opwachting moest maken bij de Staten-Generaal. Blijkbaar hechte hij wel aan het vervoermiddel.
Op enig moment bleek dat de koets erg veel onderhoud nodig had. Hoewel het zijn eigen bezit was, declareerde hij de kosten daarvan bij de belastingbetalers van het land. Die waren daar niet zo blij mee, mede gezien de aard van sommige afbeeldingen op de koets. Maar, orakelde de regering, de koning is zelf verantwoordelijk voor zijn bezit.
Na een jaar of twee was het onderhoud afgerond, de belastingbetaler een gigantisch bedrag kwijt en was de koets weer gereed voor gebruik. In eerste instantie was de koning zo blij dat hij de koets ten toon liet stellen in een museum in de hoofdstad. Later zou hij wel eens na gaan denken over het vervolg. Daarbij overwoog hij de diverse opties.

Optie Jammer1

Een beetje laat wel, maar je zou kunnen zeggen dat soms aan al het moois gewoon een einde komt. Dat geldt voor de voertuigen van de burgers, dus waarom niet voor die van de koning. Op enig moment zijn de kosten zo hoog dat we ons voertuig inleveren voor recycling en schaffen we een nieuwe aan. Wat deed de koets ook op de openbare weg? Hij was niet gekeurd door de daartoe bevoegde instantie en was niet voorzien van een kentekenbewijs met bijpassende kentekenplaat. Oei, dit is wel even iets om over na te denken, want de koning was wel iemand die zich, in principe, aan de regels van de wet wilde houden.

Optie Jammer2

Waarom liet hij de koets niet in het museum blijven? Wel vervelend dat hij er niet meer in kon rijden, maar als charme-offensief naar de burgers wellicht wel zinvol. Moet ik al over de prijs na gaan denken? Maar ja, als het zo in de spotlight stond diende het misschien wel als instrument voor anti-koninklijke sentimenten. Burgers vinden de koets misschien niet mooi, zeker omdat ze weten dat ze die zelf hebben betaald. En, zou het museum het wel willen? Lastig, want de koning was wel iemand die, in principe, zijn imago hoog wilde houden.

Optie Jammer3

Nu was de koning het zat. Hij was niet zo’n denker en nu deed hij dat al een kwartier lang. Hij was meer een doener. Ter plekke gaf hij zijn opperstalmeester de opdracht om de koets in het museum te  gereed te maken voor zijn reisje naar de Staten-Generaal, dat enkele weken later plaats zou vinden. En....alles in het diepste geheim. Op de avond voor zijn reisje zou de koets worden opgehaald uit het museum. Maar ondanks dat er maar enkele mensen op de hoogte waren, lekte het uit. Daar begreep hij niets van. In dit land lekte nooit iets uit. Maar alla, het zei zo. We gaan verder zoals afgesproken.

Op de bewuste dag stapten de koning en zijn vrouw in de koets en ze reden het hek uit. Maar zodra de koets op de openbare weg verscheen, ontstond er een gigantisch oproer. Een massa mensen rende op de koets af en begon al met de recycling. Vele burgers hebben een stukje koets op de schoorsteenmantel staan als bewijs voor deze misstap van de koning. De politie kon met inzet van alle middelen ternauwernood de koning en zijn vrouw in veiligheid brengen. De koets werd aan dat doel opgeofferd.

Ten slotte

Helaas, dat werd dus het einde van de koets. Er werd later in de Staten-Generaal nog een motie ingediend door een populistische en een religieuze partij om een nieuwe koets te laten bouwen, maar die haalde bij lange na geen meerderheid. Wel werd er een parlementaire enquête opgestart om de idioot te vinden die toegestaan had dat de koets werd opgekalefaterd.
En de koning, hij was bedroefd, maar hij leed er niet onder. Hij bleef de vrolijke Frans die hij altijd al geweest was. Zeker toen hij na enige tijd toch nog een kado kreeg dat precies paste bij het land waarvan hij de koning was.

Hiernaast een cartoon van Gerrit de Jager uit het AD van 18 juni


Column 9, 15 juni 2021, Antropoceen

Deze zomer ga ik een HOVO-cursus volgen met de naam: Het Antropoceen: een menselijke planeet

Mensen hebben de planeet nu zo ingrijpend verbouwd dat het tijd is voor een nieuw tijdperk, vinden geologen en ook andere wetenschappers.
Vergeet even de fossielen van obscure plantsoorten, vissen en andere gewervelde dieren die miljoenen jaren geleden voorkwamen. De onderzoekers van de toekomst stuiten op brokken beton en baksteen in de bodem. Op stukjes plastic en roet dat door auto’s en fabrieken is uitgestoten. Ze vinden in bodemlagen aarde die is verontreinigd door chemicaliën, onbedoeld opgehoogd voor landbouw, of weggespoeld door ontbossing. Er duiken kippenbotjes op in gebieden waar van oorsprong geen kippen voorkwamen, plantensoorten migreren over ongekende afstanden, en ziektevirussen hebben tegenwoordig een razendsnelle wereldwijde verspreiding!
De invloed van mensen op de planeet is nog nooit zo groot geweest, concluderen geologen onder andere tijdens een internationale bijeenkomst die in augustus 2016 in Kaapstad werd gehouden. Zij pleiten er daarom voor om het Holoceen - begonnen na de laatste ijstijd - af te sluiten en verder te gaan met het Antropoceen, iets wat de Nederlandse chemicus en Nobelprijswinnaar Paul Crutzen twintig jaar geleden al opperde.
Voor een nieuw tijdperk in de geologie gelden nieuwe eisen, zegt geoarcheoloog en Antropoceen-onderzoeker Sjoerd Kluiving. “In de geologie zijn daar twee harde eisen voor. Veranderingen moeten later zijn terug te vinden in de bodem. En de veranderingen moeten op de hele wereld te zien zijn.” (naar een fragment Algemeen Dagblad, Gerben van ’t Hof, 31 augustus 2016). 

Deze zomercursus zal Sjoerd Kluiving vanuit verschillende invalshoeken het Antropoceen toelichten. Naast de geologie, komen ook andere disciplines aan bod en worden ook filosofische denkbeelden besproken. Hier blijken geheel andere opvattingen over het Antropoceen te gelden, die tegenover de geologische interpretatie worden gezet. U wordt als cursist ook actief aan het denken gezet. Sjoerd is geoarcheoloog. Hij gaat het antropoceen ook toelichten vanuit de visie van filosofen. Dat heb ik altijd het liefst. De filosoof benadert de stof vragenderwijs en de beta-wetenschapper doet dat meer stellenderwijs. Ik heb het liefst het eerste, dat laat meer ruimte voor discussie en andere meningen en geeft mij de tijd om het te begrijpen. Bovendien leer ik daar veel van. Als lezer zul je wel gemerkt hebben dat ik ook de neiging heb om iets stellenderwijs (of nog erger) te brengen.

Want, zeg nu zelf. In plaats van bovengenoemde schuine tekst had er ook kunnen staan:

“De wereld is een grote veestal, die niet net zo gemakkelijk als die van Augias kan worden uitgemest, omdat de ossen terwijl er geveegd wordt binnenblijven en steeds nieuwe mest ophopen.” van Heinrich Heine.

Kijk, daar houd ik nu van. En Herakles, zie hieronder, schroomde niet om drastische maatregelen te nemen. En dat is nu de uitdaging voor onze generatie, maar daar gaat misschien een volgende cursus  over. Laten we eerst maar eens meemaken dat er een nieuw tijdperk wordt aangeduid. Dat is al 12.000 jaar niet gebeurd. Dit is eigentijdse geschiedenis, beste lezers.

Augiasstallen

In de Griekse mythologie de stallen van koning Augias in Elis (op de Peloponnesos). Dertig jaar lang hadden er 3000 runderen in gestaan zonder dat ze ooit een keer werden schoongemaakt. Herakles kreeg de opdracht om deze stallen schoon te maken. Hij bereikte dit door de loop van twee rivieren om te leiden, zodat het water daarvan door de stallen stroomde en het vuil wegspoelde.
Tegenwoordig wordt de term 'een Augiasstal' nog steeds gebruikt om iets aan te duiden dat heel vies is.


Column 8, 12 juni 2021, De utopie van Baudet en wie wordt de Pieter Omtzicht van Forum-land?

Uit het nieuws van afgelopen week:
Baudet wil Forum voor Democratie uitbouwen tot een soort gesloten samenleving. In zijn meest recente versie van zijn YouTubeshow Het Forum schetste Baudet al wat dat allemaal zou moeten bevatten. Hij wil een eigen woningbouwvereniging voor FvD-leden. Eigen scholen, misschien wel een ‘week- of dagblad opzetten’, een Forum-cryptomunt om een eigen betalingssysteem op te zetten, maar ook een datingapp voor FvD’ers, etc. etc.

Dit is het meest fantastische nieuws over Baudet sinds tijden. Wat Baudet wil lijkt erg op een utopie, hij schetst hiermee zijn eigen utopia. Van utopieën uit het verleden weten we best wel veel. Ze kennen allemaal een bepaald verloop, alleen de lengte van het verloop verschilt.

  1. Een charismatische leider lanceert een nieuw idee, dat een breuk betekent met het verleden.
  2. Wie meegaat gaat in eerste instantie mee omdat hij/zij wil ofwel er voordeel bij heeft.
  3. Stap-voor-stap worden nieuwe regels ingevoerd.
  4. De leider verdraagt geen kritiek en wordt verdrukkend.
  5. Uitzonderingen of andere gedragingen worden niet getolereerd.
  6. Regels worden nog strenger en straffen worden uitgedeeld.
  7. Er komt stap voor stap verzet uit de groep.
  8. De leider overspeelt zijn hand en de boel ontploft.

(vrij naar de theorie van Hovo-docente Petra Bolhuis)

Het laatste belangrijke voorbeeld is de utopie van “de vrije markt”, van 2010 tot 2020. De vrije markt ontstond in de VS al in de vorige eeuw met het boek van Ayn Rand en de support van Greenspan, de baas van de FED-het stelsel van de centrale banken in de VS. De VS hebben een bottem-up samenleving. De centrale overheid is alleen aanwezig waar nodig. Alles is marktgericht. Het belang van iets wordt bepaald door de hoeveelheid geld die er mee gemoeid is. Bij ons is dat anders, dachten we.

In Nederland kwam de beweging op door de VVD en het liep de laatste tien jaar uit de hand omdat het principe op alle onderdelen van de maatschappij werd toegepast. Met name in de (semi)overheidsdiensten ontstonden problemen zoals de toeslagaffaire en het Groningse gas, maar de overheid was niet in staat tot andere inzichten en verscherpte de regels. De leider (Rutte) wrong zich in allerlei bochten om zijn positie te behouden. Daarna ontstond echt verzet (zie de moties van wantrouwen).

In zo’n situatie werpt iemand zich altijd op als “rattevanger van het ongenoegen”. In dit geval was dat Pieter Omtzigt. Hij toonde het failliet van de vrije markt strategie aan. Maar, zo gaat het met rattevangers: zij worden bejubeld door de burgers, maar veracht door de zittende machthebbers.

Jammer is dat Rutte uiteindeljk net niet mee is ontploft, als uitzondering op de regel, want feit is dat utopia’s uiteindelijk uit elkaar ploffen en de onderdelen alle kanten op vliegen. De leiders van de club “overleven” deze actie zelden.

Hoe zal dat gaan bij Forum-land, de utopie van Baudet? Zijn eerste utopie, de grootste partij worden en het land regeren, is inmiddels ontploft dankzij rattevanger Otten. Maar dat ging met name over politici. Bij Forum-land gaan de burgers een belangrijke factor worden. Het verzet zal dan uiteindelijk veel grotere vormen aannemen. Ontploffing is dan onvermijdelijk. Dat zou inhouden dat Baudet van het tonaal zal verdwijnen.

Dus, het kan nog even duren en we zullen er nog enige tijd last van hebben, maar er komen betere tijden aan.

Naschrift: Het jammere is dat er altijd meer slachtoffers vallen. Ik ben bang dat Pieter binnenkort gedesillusioneerd de politiek zal verlaten en een voetnoot zal worden in de parlementaire geschiedenis. En vervolgens doet iedereen een plas en alles blijft zoals het was.


Column 7,  5 juni 2021, Een leuke mini-vakantie met een bijsmaakje.

Enkele maanden geleden vatten Liesbeth en ik het plan op om er enkele dagen tussenuit te gaan in de hoop dat het het land toch wel weer eens van het slot zou gaan. De keuze viel op De Vlinderhoeve, een park van Landal. Onder de rook van Deventer, in het noordwestelijke puntje van de Achterhoek. Het park was nog betrekkelijk nieuw en de bungalows zagen er goed uit.
We vertroken op 31 mei, de winkels en de terrassen waren weer open, maar de musea nog niet. We hadden enorm veel geluk met het weer. Na het koude voorjaar was dit de eerste week met warm weer. We hebben een leuke tijd gehad met fietsen, wandelen, winkelen, lezen, lekker eten etc. We hebben Deventer, Zutphen en Lochem bezocht.  Het enige nadeel was dat de bungalow slecht geïsoleerd was, op een warme dag liep de binnentemperatuur op tot boven de 35 graden en ‘s morgens vroeg was die weer onder de 20 graden. Voor een bungalow van meer dan twee ton vond ik dat wat mager. Kortom, eigenljk geen aanleiding verder om daar een column over te schrijven.

Behalve dat ene aspect dat mij maar niet losliet. Op de tweede dag besloot ik om een rondje over het park te lopen. We had wel vrachtwagens horen rijden en we hadden de werkzaamheden aan de bouw van een centraal gebouw met binnenzwembad wel gezien en gehoord, maar ik zag nog veel meer. Op een veld naast de bungalows stonden, ik schat ongeveer 50, stacaravans met schuurtjes en aangelegde tuinen. Ook zag ik een aantal lege plekken, waar ook caravans hadden gestaan. Alles in doodse stilte, want er was geen mens te zien. Alsof er een neutronenbom was gevallen: mensen weg en alle spullen nog intact. Het gras stond tot op knie-hoogte, dus de eigenaren verbleven hier niet meer. Het was een troosteloze aanblik. Later zag ik op een veldje tussen de nieuwe bungalows ook nog een aantal lege plekken. Ik kreeg opeens het benauwde gevoel dat wij hier in het kamp van de winnaars waren beland, maar dat er wellicht ook veel verliezers waren.
Ik opende mijn PC en ging op zoek. Ja, Ja, Ja, ik was in no-time op de site van De Stentor beland. De bekende regionale krant voor rondom de IJssel. Lang leve het archief van onze kranten. En uiteraard werd ik ook geholpen door youtube. Lees hieronder het chronologische verslag van een tragedie.

Februari 2016

De beheerder in een filmpje. Hier was nog niets aan de hand. De eigenaren van de camping waren op zoek naar nieuwe standplaatshouders en prezen hun camping aan. Zie https://www.youtube.com/watch?v=49hUNHQclQI

Maart 2016

Wat nu? Slechts 1 maand na de oproep in februari het volgende.

De Vlinderhoeve in andere handen

KRING VAN DORTH - Na bijna 28 jaar dragen Jan en Zwanet Meilink camping De Vlinderhoeve in Kring van Dorth over aan een nieuwe eigenaar. Dat is per 1 april UwBuitenhuis.nl. Die garandeert dat standplaatshouders zich geen zorgen hoeven te maken.

Gert Kramer 07-03-16, 12:00 Laatste update: 07-03-17, 08:46

Jan Meilink vertelt dat hij en zijn vrouw al enkele jaren stilletjes om zich heen aan het kijken waren naar een goede overnamekandidaat. Een half jaar geleden meldde UwBuitenhuis.nl zich als gegadigde. Na een aantal gesprekken bereikten het echtpaar Meilink en deze partij een akkoord. Jan Meilink benadrukt dat het 'niet alleen een geldkwestie' is geweest. ,,We hebben in al die jaren met veel gasten een band gekregen en willen hun niet aan de wolven in de recreatiesector overleveren. Daar hoort UwBuitenhuis.nl zeker niet bij. Onze twee vaste medewerkers gaan over naar de nieuwe eigenaar. De Camping blijft ook De Vlinderhoeve heten.''

Projectontwikkelaar Bram van Arkel van UwBuitenhuis.nl over de overname: ,,Wij hebben in Oost-Nederland nu drie parken: in Lochem, Markelo en Enter. De Vlinderhoeve zien we als een mooie aanvulling. Op het kampeerveld gaan we een aantal chalets neerzetten. In de eerste fase 35, later wellicht meer. We mogen tot 120 gaan. Van de vaste staanplaatsen blijven we af.''

Maart 2019

De Vlinderhoeve in Kring van Dorth wordt met Landal GreenPark echt een ‘huisjespark’

De Vlinderhoeve in Kring van Dorth wordt een Landal Greenpark.  Het betekent dat Landal Greenpark  vanaf 26 april de verhuur van de bungalows op het park voor zijn rekening gaat nemen. Het park blijft nog wel in handen van Uw Buitenhuis, een bedrijf uit Enter en Roosdom Tijhuis uit Rijssen.

Sinds 2017 zijn de twee bedrijven eigenaar van de Vlinderhoeve. Sindsdien waait er een totaal andere wind  over de vroegere camping.  Het tentkamperen is inmiddels al niet meer mogelijk in Kring van Dorth en het aantal stacaravanhouders is de afgelopen paar jaar ook al drastisch afgenomen. Op dit moment telt  de Vlinderhoeve  58 recreatiewoningen en dat aantal zal de komende jaren groeien tot 150, zegt Jeannette ten Kate, pr-manager van Landal Greenparks.

Twijfels

Dat laatste aantal wordt nog  in twijfel getrokken door Koen Jansen, beleidsmedewerker planontwikkeling bij Roosdom Tijhuis.  Het hangt  vooral af van de snelheid waarmee de chalets worden verkocht . Van de huidige 58 chalets  zijn naar schatting ruim 40 verkocht, aldus Jansen.  ,,Misschien dat we wel uitkomen op die 150, maar ik vind het nu wat te vroeg om over zo'n aantal te spreken’’, zegt  Jansen.

Wegjagen

Er zijn op de Vlinderhoeve momenteel nog zo'n honderd stacaravans. Woordvoerder Jeanette ten Kate van Landal verwacht dat de stacaravans op het het park in Kring van Dorth op den duur  allemaal plaats zullen maken voor nieuwe, luxere recreatiewoningen.  Koen Jansen benadrukt echter dat  ‘we onze bestaande klanten heus niet zullen weg jagen’. Hij erkent wel dat de laatste paar jaar al wel een aantal stacaravanhouders vertrokken is.  Soms gebeurde dat omdat de stacaravanhouders  zich niet langer thuis voelden op  het recreatiepark ‘met al die dure huizen’.  De prijzen van de chalets op de Vlinderhoeve variëren in prijs van 149.000 tot 179.000 euro. 

Zakje aardappelen

,,We denken dat de komende jaren er nog wel wat stacaravanhouders zullen vertrekken. Maar dat kan vanwege verschillende redenen het geval zijn’’, denkt Koen Jansen.  ,,Ze hoeven in ieder geval echt niet bang te zijn dat we ze wegpesten. Maar het karakter van het park zal zeker veranderen. Door de nieuw recreatiewoningen zullen er veel meer echte recreanten op de Vlinderhoeve komen. Tot nu toe waren het vaak mensen uit Deventer en Zutphen die daar een stacaravan hadden. Dat zijn toch heel andere recreanten. Die nemen hun zakje aardappelen van huis mee en gaan niet naar museum More in Gorssel.’’

Verplicht

Behalve een verdere uitbreiding van het aantal recreatiewoningen zal op de Vlinderhoeve ook een nieuw restaurant moeten verrijzen. Ook komt er een binnenzwembad, aldus Jansen van Roosdom Tijhuis. ,,Landal verplicht ons ook  het niveau van de faciliteiten  te verhogen. Want de recreant van vandaag de dag verwacht dat.’’ 

November 2020

Raymond en Johan zien hun stacaravan op camping De Vlinderhoeve verdwijnen: ‘Ons geluk is kapotgemaakt’

Het doek valt definitief voor de nog overgebleven stacaravans op camping De Vlinderhoeve in Kring van Dorth. Na het volgende zomerseizoen moeten ze allemaal weg zijn, hebben de eigenaren te horen gekregen. ,,Kapitaalvernietiging”, zegt Raymond Bloem. ,,Ons campinggeluk is kapotgemaakt.” 

Ivar Penris 11-11-20, 10:00

Het naderende einde van de stacaravans op De Vlinderhoeve, onder de rook van Deventer, werd drie jaar geleden al voorzichtig aangekondigd, maar dat het zo snel zou gaan, hadden Raymond Bloem (63), zijn partner Johan Schaap (72) en een aantal andere eigenaren van stacaravans op het terrein niet verwacht.

Een dag na het einde van dit kampeerseizoen, 30 oktober, viel bij het Amsterdamse koppel en de ongeveer vijftig andere overgebleven stacaravan-eigenaren een brief op de deurmat. De boodschap: na volgend jaar is het toch echt voorbij. Dan moeten de laatste van in totaal zo’n 150 luxe recreatiewoningen gebouwd worden en daarvoor moeten de veel goedkopere stacaravans weg.

In de loop der jaren is er aan de stacaravans op de Vlinderhoeve van alles vastgebouwd waardoor ze niet meer verhuisd kunnen worden. © Arjan Gotink

Overvallen

Ook Joke Oosten (63) uit Leiderdorp werd door het nieuws overvallen. Ze heeft nog geen half jaar geleden een stacaravan op het terrein overgekocht. ,,Ik wist wel dat het een keer op zou houden, maar we dachten met deze caravan nog een jaar of drie verder te kunnen. Dat was ons ook min of meer toegezegd. Maar blijkbaar valt er meer te verdienen aan die luxe chalets. Dat geld en de plek zijn we nu dus kwijt.”

Eigenaar Paul Schuttenbelt ging drie jaar geleden in zee met ‘recreatiepark-keten’ Landal Greenparks, dat in het hele land campings opkalefatert en tot resorts met luxe chalets ombouwt. Omdat de eigenaren van de caravans de grond niet bezitten maar pachten, moeten ze weg als de eigenaar er andere plannen mee heeft.

Landal Greenparks en eigenaar Schuttenbelt hebben grootse plannen met De Vlinderhoeve. © Arjan Gotink

150 huisjes

Schuttenbelt en Landal werken sinds 2017 in een soort franchise-constructie samen. Het aantal van ruim 50 chalets zou uitgebreid worden tot 150 huisjes. Daarvoor moesten ruim 100 stacaravans het veld ruimen. De helft koos eieren voor zijn geld, maar de helft staat er nog.

,,Schuttenbelt beloofde destijds dat hij ons niet zou wegjagen en dat het nog zeker vijf jaar zou duren voordat er sprake van het opzeggen van de pacht kon zijn", zegt Raymond Bloem. Zijn stacaravan zal net als de meeste andere gesloopt moeten worden, want verplaatsen is na tien jaar van uitbouwen niet meer mogelijk. Dat geldt voor de meeste caravans, die min of meer vaste voet aan de grond hadden gekregen en niet meer te transporteren zijn.

Ten Slotte

Er vindt momenteel een ware transitie plaats in vakantievierend Nederland. Uit een rapport van de RABO:

"Nederlanders willen luxer op vakantie en aanbod is groot

Consumenten zoeken de laatste jaren meer luxe als ze op vakantie gaan. Zo zien we dat het aantal overnachtingen op campings afneemt, terwijl het aantal overnachtingen op vakantieparken juist toeneemt. Ook zien we dat campings hun aanbod uitbreiden naar luxe glamping, lodges, hotelsuites en camperplaatsen. Dit is niet alleen nodig omdat de consument ernaar vraagt, maar ook om te blijven opvallen naast de toenemende concurrenten en de rentabiliteit te verhogen."

Kortom, het is een geldkwestie. De vakantieganger heeft meer geld, wil luxer op vakantie en de aanbieders spelen daar graag op in omdat tegelijkertijd de winstmarges groeien. In de zucht om in die ratrace mee te doen sneuvelen al te vaak de fatsoenlijke menselijke omgangsvormen. Daar zien we bij de Vlinderhoeve een pijnlijk voorbeel van.


Column 6, 1 juni 2021, Afgelopen weekend was Götzis-weekend

Altijd in het weekend waarin de zaterdag de laatste zaterdag is in de maand mei is het “Götzis-weekend”. Ja, zul je zeggen, dat heb ik nu al twee keer gelezen, maar wat houdt dat in? Dat ga ik je uitgebreid uitleggen.
Götzis is een plaatsje in Oostenrijk, in Voralberg, zo’n 25 km ten zuiden van Bregenz. Dat ligt aan de Bodensee. Er loopt een prachtige fietsroute langs de rijn van Bregenz naar Götzis en nog verder naar het staatje Liechtenstein.
Maar wat het meest bijzondere is aan Götzis dat is het feit dat nu al 46 jaar lang de beste meerkampers van de wereld daar samenkomen in het Mösle-stadion voor de officieuze wereldkampioenschappen tienkamp voor de mannen en zevenkamp voor de vrouwen. Meer prestige kun je bij de echte atletiekliefhebbers niet verwerven dan juist daar te winnen. Sponsor Hypo-bank en honderden vrijwilligers maken het ieder jaar weer financieel en operationeel mogelijk. De minister van sport uit de landesregierung van Voralberg is altijd aanwezig en tussen de officiele wedstrijden door lopen honderden kinderen van zes tot zestien voor de prijzen in hun gender- en leeftijdsgroep. Dat zijn de vrijwilligers en/of de atleten van morgen.

Van 2015 tot 2019 ben ik daar steeds als toeschouwer geweest, totdat Covid-19 daar de spelbreker werd. In 2020 zijn de wedstrijden afgelast, maar dit jaar vonden ze weer plaats. Zij het met strenge regels en een beperkt aantal toeschouwers. Ik ben niet gegaan omdat ik de quarantaine wilde ontlopen. Maar de wedstrijden waren wel te zien via de livestream met kommentaar en parallel daaraan het uitslagenbord. Ondanks het mooie weer heb ik menig uur gekeken.
En, we hebben wel van ons laten horen. Klik voor het filmpje van Bert dat enkele malen in het stadion is vertoond.

Wat heeft mij ertoe gebracht om daar jarenlang heen te gaan? Ik heb tijdens mijn middelbare schooltijd veel aan atletiek gedaan. Aangemoedigd en voorzien van tips door mijn gymleraar was ik bijna dagelijks op het sportveld te vinden om mij te bekwamen in de diverse technische onderdelen en ieder jaar waren er van maart tot juni wedstrijden tussen de middelbare scholen in de regio Haarlem. Met tot slot altijd de Noord-Hollandse jeugdkampioenschappen.
Na mijn schooltijd is de atletiek verwaterd en heb ik mij gericht op voetbal en later volleybal. Maar atletiek zat en bleef in mij hart en toen ik bijna met pensioen ging, vond ik de rust en de tijd om weer aandacht te schenken aan atletiek, maar dan als toeschouwer. 46 jaar later dus. Dat was in 2014, toen ik de Europese kampioenschappen bezocht in Zürich. Die waren gedenkwaardig op twee manieren. Ten eerste de doorbraak van Dafne Schippers, zij won de 100 en 200 m met overmacht. Ik heb nog de kans gehad even met haar te spreken en haar te feliciteren. Maar ook mijn kennismaking met Michel, Kees en Annemarie. Zij waren net zulke meerkamp-fanaten als ik en we kregen een klik. Zij gingen al jarenlang naar Götzis en ik zegde toe om daar in mei 2015 ook naar toe te gaan.

In 2015 was het dus zover. Ik moest wel voldoen aan de groepsdiscipline. Dat houdt in dat ik me op vrijdagmiddag inschrijf in Hotel Schiffle in Hohenems, waar onze groep bijna bij de familie hoort. Dat plaatsje ligt zo’n acht kilometer van Götzis. Op vrijdagavond 18.00 uur meld ik me in het Ambach theater in Götzis waar de atleten worden voorgesteld aan het publiek en de plaatselijke fanfare enkele van haar prachtige nummers ten uitvoer brengt. Daarna diner in Schiffle.
Gedurende de vrijdag komen de groepsleden, ieder op eigen gelegenheid, aan en bij het diner zijn we compleet. Nog enkele leden moet ik hier noemen. Allereerst Bert, die altijd op het atletiekveld loopt om foto’s te maken. En Jan, hij woont in Calgary, komt ook altijd naar Europa om de wedstrijd te volgen. En ik moet de partners Riikka en Marion natuurlijk niet vergeten.
Tijdens het diner delen wij onze voorspellingen van de uitslagen om te bepalen aan wie dat jaar de eeuwige roem ten deel gaat vallen, te bepalen tijdens het diner op zondagavond.

Dan, op zaterdagochtend, gaat het echt beginnen. Twee spannende sportdagen. Zodra we op de tribune zitten verzuchten we. ‘Oh, wat hebben we ‘toch een mooie leven. Dat we hier weer getuige van moge zijn. Eindelijk gaat het weer beginnen. Ik herken datzelfde gevoel bij de vlamingen als “de Ronde” weer van start gaat, hun hoogmis. Daar moeten ze bij zijn.
Maar goed, vanaf dat moment genieten we van de pure sport. Meerkampers zijn sociale mensen. Ze communiceren met elkaar en met het publiek. Het kleine stadion is daar erg geschikt voor. Zij gunnen elkaar het beste en moedigen elkaar aan. Meerkamp is een sport waarbij “heelhouden” erg belangrijk is. 

Er wordt veel van lichaam en geest verlangd. Soms gaat een onderdeel niet zo goed en proberen ze het volgende onderdeel weer beter te doen. Forceren heeft geen zin, later in de wedstrijd betaal je daar de rekening voor. Voor ieder onderdeel krijg je punten al naar gelang de afstand of de tijd en aan het einde van de wedstrijd wordt alles opgeteld. Voor wie de wedstrijdverslagen van afgelopen weekend wil lezen klikke op: https://www.baan-atletiek.nl/, dat is onze site waarover in een andere column meer.
Dan is het inmiddels zondagavond. Bij het diner wordt de winnaar van de toto bekend en sluiten we het samenzijn af. In de ochtend zullen de groepsleden na een al of niet (deels) gezamenlijk ontbijt weer vertrekken. Ofwel naar huis terug ofwel een andere kant op om nog meer vakantie te vieren.

Hiernaast van rechts naar links Annemarie, Kees, Michel en ik,

foto van Bert vanaf het veld.

Götzis ligt niet naast de deur, de afstand is meer dan 800km. De eerste jaren reed ik daar in één streep naartoe en weer terug, maar later heb ik overnachtingen ingelast. Ik heb altijd mijn fiets bij me om vanuit het hotel naar het stadion te rijden. Ook onderweg maak ik tochtjes. De laatste keer op de heenweg vanaf een plekje aan de Moezel naar Koblenz om de dreieck te bezoeken en op de terugweg via Heidelberg om daar het beroemde kasteel te bezichtigen. Michel is een keer met mij mee gereden en we hebben vooraf aan de wedstrijden een deel van de Bodensee route gereden.

Ik hoop van harte dat 2022 een normaal jaar gaat worden. Dan kunnen we weer als vanouds op de tribune plaatsnemen om van de schitterende atletieksport te genieten.


Column 5, 24 mei 2021,  Is het nu een fietspad, een wandelpad of beide?

Plaats delict is het ?pad? langs de Veenweg in Wilnis, ter hoogte van de oude spoorbaan (zie foto 1). Die spoorbaan is onderdeel van het Bello-pad, sterk gepromoot door de gemeente. 
Wat is er aan de hand?  Enige jaren geleden lag hier een breed onverhard pad, met het formaat van fiets/wandelpad, zo'n 3 meter breed. Nadeel was dat er bij veel regen plassen ontstonden en de ondergrond hier en daar zacht werd. Daar wilde de gemeente De Ronde Venen iets aan doen. Alle lof voor dat initiatief.
Wat is de functie van dit pad? Het ligt tussen de woonkern Veenzijde enerzijds en het industriegebied, scholen en openbaar vervoer anderzijds. Daarnaast is het populair bij hondenbezitters. Er wordt dus veelvuldig gebruik gemaakt van het pad. Bovendien is het zo dat naast het pad een onoverzichtelijke kruising van wegen ligt, waarbij wandelaars, hondenbezitters en fietsers moeten oversteken (zie foto’s 2 en 3). Met name tijdens de spits is het er erg druk met fietsers en wandelaars, al of niet met hond.
Je mag dus verwachten dat er een oplossing wordt gevonden die recht doet aan alle gebruikers van het pad.

In werkelijkheid liep het anders. Uiteraard was er sprake van overlast tijdens de werkzaamheden omdat het pad was afgesloten. Maar een aantal weken later zagen we wat er was opgeleverd. Dat was namelijk een smal wandelpad. De fietsers werden verwezen naar de rijbaan, daartoe aangemoedigd door de geplaatste borden.
Wat er in de dagen erna is gebeurd, onttrok zich aan mijn waarneming. Maar opeens waren de borden weg en werd het pad (blijkbaar) weer gebombardeerd tot fiets/wandelpad. Huh? En.....er staan nu in het geheel geen borden!
Feitelijk ligt er nu een pad, dat geschikt is voor fietsen in één richting evt aangevuld met wandelaars. De breedte is 2 meter, hetgeen past bij de eis in de CROW in geval van een eenrichtingsfietspad. Althans, als je goed onderhoud pleegt. Door de oprukkende grasranden blijft er nu effectief op een aantal plaatsen slechts 140 cm over (zie foto 4). De eis voor een fietspad voor tweezijdig gebruik is minimaal  250 cm waarbij een asmarkering wordt aanbevolen.
Om nog even terug te komen op het ontbreken van de borden: Als er een incident plaatsvindt op dit pad, waar staan de gebruikers dan juridisch? Het zou zomaar kunnen dat een fietser of een rolstoelgebruiker omvalt door een hond, een voetganger of een andere fietser. Het kan toch niet zo zijn dat de gemeente pas actie neemt als er één of meer incidenten hebben plaatsgevonden?


Column 4,11 mei 2021,    Het Nieuwe Bridge na Corona

Overweging.

Als we terugkijken naar “het bridgen” van voor de Coronatijd valt ons een aantal zaken op:

“Op de club  zaten we met meer dan honderd mensen opeengepakt in een (te) kleine zaal aan kleine vierkante tafels, we pakten de kaarten met handen waarmee we kort tevoren thuis nog hadden gegeten, die ons naar de bridgezaal hadden gebracht met de fiets of de auto, die de koffie en koek (soms gebak) in

onze mond stopten, die de andere bridgers aan tafel een hand gaven, die de kaarten na gebruik doorgaven aan de volgende bridgers aan die tafel, die na de pauze enkele handen pinda’s uit het gezamenijke bakje pakten en in onze mond stopten, die we voor de mond hielden als we moesten hoesten, die onze neus snoten met een katoenen zakdoek, die na afloop de stukjes kaas en worst in de mond stopten, die het geld uit de portemonnaie aan de barmensen uitreikte, die de winnaars van de avond een hand gaven ter felicitatie en ten slotte de buitendeur openden waardoor we weer naar huis konden gaan.”

Als ik eenzelfde stukje schrijf over het bridgen in huiselijk kring, wordt het niet veel anders.

Ik weet niet hoe het u vergaat na het lezen van dit stukje, maar ik wordt lichtelijk onpasselijk als ik er  aan denk dat we straks na Corona hiernaar zouden teruggaan.

Ons corona-gedrag heeft niet opgeleverd dat we het virus hebben kunnen tegenhouden, maar wel  beteugelen. Zonder dat gedrag was het een enorme ramp geworden. Bovendien heeft het corona-gedrag opgeleverd dat we de afgelopen winter geen griepgolf hebben gehad.
Uiteindelijk gaan de vaccins ons vrijheid teruggeven, maar slechts te dele. Het virus zal onder ons blijven. Varianten zullen op de loer liggen om ons te bespringen. Om nog maar niet te spreken van een compleet nieuw virus die ons de volgende pandemie zal brengen. En dan maar hopen dat we in dat geval weer net zo snel een vaccin kunnen ontwikkelen.

Maatregelen.

De basis daarvoor zal zijn: Hygiëne, Hygiëne, Hygiëne:

Hyiëne van de omgeving: ruime zaal, tafels van minimaal 1 m vierkant, vaste looproutes, persoonlijke bediening.

Persoonlijke hygiëne: handen wassen/ontsmetten bij aankomst, gebruik van papieren zakdoekjes en servetten, bij verkoudheid niet meedoen, niet gevaccineerd: ?? 1)

Hygiëne van de speeltafel: huidig systeem vervangen door kastje dat bij ieder spel de kaarten schud 2), per deelnemer gebruik van eigen kaartspel 3) en biedbox, alle kleedjes weg.

  1. De maatschappelijke discussie hierover loopt nog.
  2. Het is niet extreem ingewikkeld om een kastje te ontwerpen dat verbonden is met de computer en op aangeven van het spelnummer en de windrichting het kaartspel schud zodat de eerste 13 kaarten de verdeling van het volgende spel vormen. Een mooie examenopdracht voor een TU om een dergelijke kleine robot te ontwikkelen.
  3. Speciale kaartspellen met indicaties voor het schudsysteem worden per persoon uitgereikt.

Ten Slotte.

Ben ik een zwartkijker? Wie zal het zeggen. In ieder geval kaart ik iets aan dat bij velen leeft.

Ik denk dat we toe moeten naar Het Nieuwe Bridge.

Ik voorspel u dat we stap voor stap toegaan naar het toepassen van al deze maatregelen.


Column 3, 8 mei 2021,   Het pontje van Nessersluis

Het begin

Ik maakte kennis met het pontje in de zomer van 1975. We waren net verhuisd van Amstelveen naar Wilnis. Collega Cor, die in Mijdrecht woonde, wilde wel met mij poolen naar en van het werk. De werkplek was het computercentrum van de Amro Bank in Amstelveen, naast de A9. Het gebouw met het kenmerkende rode dak is goed te zien vanaf de snelweg.
Cor reed de eerste dag en via de Waverveense polder reden we naar Nessersluis, dat aan de Amstel ligt. De pont was op dat moment net nieuw en het derde vaartuig sinds het bestaan van deze oeververbinding. Met de oversteek verlaat je de provincie Utrecht en kom je aan in Noord-Holland vlak bij Nes aan de Amstel. Zo staat het in de analen beschreven:
"De veerboot bij Nessersluis vormde lange tijd de enige verbinding uit de Vinkevener polder richting Amstelveen. De verbinding bestaat al sinds 1819 en werd gebruikt voor het vervoer van turf naar Amsterdam. In 1911 werd het fort bij de Nessersluis gebouwd, en maakten ook veel militairen gebruik van de pont."

De schipper

Sinds jaar-en-dag stond Jan van Schaik als schipper op de pont. Althans, sinds hij het van zijn vader had overgenomen. Het was zijn pont en hij woonde in het huis links achter de pont op de foto. Omdat we vaste gebruikers waren, werkten we met 10-rittenkaarten die we trouw cash afrekenden zoals dat ging in die tijd. Van latere nieuwlichterij in het betalingsverkeer hadden we toen nog geen benul. De pont was een kabelpont. Dat hield in dat Jan, voordat hij over kon varen, eerst de kabel handmatig strak moest trekken waardoor die boven het water kwam te hangen. Vervolgens kwam de dieselmotor tot leven en waagde de pont de oversteek, via de ketting die op de bodem van de Amstel lag. Het was wel opletten, want beroepsvaart had voorrang en het was behoorlijk druk op het water. De fabrieken in Uithoorn verder naar het zuiden aan de Amstel en de zand- en grinthandel in De Hoef nog verder aan de Kromme Mijdrecht zorgden voor heel wat scheepsladingen. Als het mistig was dan werd de radar aangezet in twee kleine schuurtjes aan beide zijden van het water. Jan ging dan steeds kijken of het nog wel veilig was. Maar de pont had wel voorrang op de pleziervaart. Enkele honderden meters van de pont verwijderd stonden borden met de tekst "Let op: kabelpont". Ervaren schippers wisten daar wel raad mee, maar onervaren Schippers (vaak huurders van de jachten) wisten niet wat het betekende en probeerden soms vlak achter of voor de pont langs te gaan. Dan kwam Jan in actie en gebruikte zijn toeter - model dorpsomroeper - om de stuurmannen tot de orde te roepen. Dat ging nogal eens mis en leverde dan een gebroken kabel op. Vertraging derhalve voor het verkeer dat de pont gebuikte.
Op de pont was plaats voor drie auto's, een aantal fietsers en voetgangers. Soms kwam er een tractor met aanhangwagen langs en dat betekende extra wachttijd. Een keer heen-en-weer duurde precies drie minuten. Als het druk was, en dat gebeurde regelmatig als er op de A2 file stond, kon je door het aantal auto's te tellen uitrekenen hoe lang de wachttijd was. 

Veranderingen

Niets in het leven blijft hetzelfde, dus hier ook niet. Aan het eind van de zeventiger jaren werd het beheer van de pont overgenomen door de gemeente Vinkeveen. Dat hield in dat Jan gemeenteambtenaar werd en een collega kreeg, omdat hij als ambtenaar natuurlijk niet meer zulke lange arbeidsdagen mocht maken. Voor ons als gebruiker veranderde er niet zo veel, behalve soms iets van geklaag van Jan en het slechte humeur van Jan's collega. Jan zelf was verder altijd vrolijk.

De tweede verandering was een nieuwe werkomgeving voor collega Cor. Dat betekende het einde van onze samenwerking. Maar al snel kwam er redding. Ik kan niet meer precies herinneren hoe dat tot stand kwam, maar in no-time was er een groep van vier, bestaande uit een nieuwe collega Cees en een fusie met een andere pool. Dat was interessant, want Peter en Jan woonden vlakbij ons, maar reden naar de ABN-bank in Amstelveen. Dat was dus onze grootste concurrent. We werden snel vrienden. De samenwerking verliep soepel, omdat we afspraken om niet met de pool mee te rijden als er de mogelijkheid bestond om aan het einde van de middag niet op tijd te zijn. Daarmee werden wachttijden vermeden. Alleen Cees moest nog wel eens uit zijn bed gebeld worden. Peter meldde zich ook bij de volleybalclub waar ik zelf lid was en later vroeg ik hem bij het op te zetten bridgegroepje van vier met wie we wekelijks een avondje bridge speelden in huiselijk kring. In het begin van de jaren tachtig vertrok Cees bij de bank en kwam zijn vervanger Inus, die ook in de straat woonde. Onze beide echtgenotes Liesbeth en Tjitske konden het goed met elkaar vinden en we werden goede vrienden.
De derde verandering kwam door het meedraaien in de pontbezetting van Jan's oudste zoon Cock. Die zette de traditie voort. De collega-ambtenaar was al snel vertrokken en Jan en Cock waren de pontbazen. Maar Jan werd al een dagje ouder en was enkele jaren later toe aan zijn welverdiende pensioen. We hebben dus afscheid van hem genomen en toen hij vertelde dat hij een huurhuis had gekregen aan de plassen vroeg ik hem of hij dan ook ging varen. Zijn verrassende antwoord was:"Ik heb mijn hele leven al gevaren". Honderdduizenden keren 75m heen en 75m terug, maar altijd goed gehumeurd. Bewonderenswaardig.
De tweede zoon van Jan, John, was werknemer bij Fokker. Maar toen Fokker failliet ging, kwam ook John de ploeg versterken. Daarmee bleef het op het oog een familiebedrijf. Er werd door de gemeente een extra huis bijgebouwd aan het water, waardoor ook John dicht bij de pont woonde. Cock was al eerder in het huis van zijn ouders getrokken.

Afscheid

In 1990 moest ik zelf afscheid nemen van de pool. Ik was al vaker van functie veranderd, maar altijd in Amstelveen blijven werken. Maar nu had ik een functie aangenomen in Amsterdam Centrum. Vlak daarvoor was het bericht gekomen dat Amro en ABN zouden gaan fuseren. Dat gaf grote lol in de pool. Werden we toch nog collega's. Maar ik vertrok voordat de fusie een feit werd. Jaren later kwamen Peter en ik elkaar tegen in hetzelfde team als managers bij het computercentrum, weer in Amstelveen.

Hoe verging het de pont?

Bericht uit 2012: Dertigduizend uur heeft de dieselmotor van veerpont Nessersluis III er al opzitten. In al die tijd heeft pontbaas John van Schaik (50) alleen de dynamo nog maar hoeven te vervangen. Net als zijn vader en zijn grootvader vaart hij met zijn broer Cock (58, nu op vakantie) dagelijks honderden keren de Amstel over bij Nessersluis.
Het veerpontje van Nessersluis bij Nes aan de Amstel was jarenlang onderdeel van een sluiproute, waardoor er soms honderden auto's per dag overgingen. Nu zetten Cock en John van Schaik weer recreanten en buurtbewoners over.

Ik ben in de loop van de jaren met regelmaat met de pont overgestoken tijdens mijn fietstochten. Ook de broers laten een onverwoestbaar humeur zien. Je kon wel zien dat de pont oud werd en steeds meer onderhoud vergde. Inmiddels (1990) was de verantwoordelijkheid voor de pont door Vinkeveen overgedragen aan de fusiegemeente De Ronde Venen en de pont werd een gespreksitem in de gemeenteraad. Na vele onderzoeken en beraadslagingen is het besluit genomen om een nieuwe pont, de IV, aan te schaffen, maar dan wel een elektrische. Een oprisping van visie door de gemeenteraad. Hieronder de nieuwe pont die eind april 2021 in de vaart is genomen. Twee dagen voordat de oude pont uit de vaart werd genomen ben ik nog overgestoken tijdens een fietstocht. John wees me de nieuwe pont aan die honderd meter verder aan de kant lag. Ik ga binnenkort weer eens langs om de nieuwe pont te bewonderen en John en Cock te feliciteren met de nieuwe aanwinst.


Column 2,  27 april 2021,   Mijmeringen op koningsdag

Het koningshuis

Ik hang de vlag nooit buiten op koningsdag, deed ik ook al niet op koninginnendag. Mijn vlag gaat uit op 4 en 5 mei. Ik heb niets met het koningshuis om drie redenen:

De clan.
De leden van het koningshuis worden opgevoed om van het Nederlandse volk te houden. Resultaat is dat ze tijdens hun part-time job nog net de schijn kunnen ophouden, maar verder met name van zichzelf houden. Ze creëren maximale afstand tot hun "dienaren" en bewaken die met vele regels, maatregelen en desnoods met een gang naar de rechter. Onze wetgeving is daaraan, heel serviel, aangepast. Op een of andere manier weten ze onze minister-president professioneel te gijzelen. In de overige tijd hebben ze erg veel moeite om zich te gedragen zoals een willekeurige Nederlander zou doen. Zoals, allemaal recent, het laten bouwen van een villa in een ontwikkelingsland, op weg naar vakantie in Coronatijd, het maandenlang laten afsluiten van openbaar gebied om te kunnen jagen, hun huizen/paleizen voor vele miljoenen laten aanpassen, het niet betalen van belasting etc. Dat allemaal van onze belastingcenten. Je merkt gewoon dat ze zich niet passend kunnen gedragen. Het volk vindt dat het koningshuis er is voor hen, maar zij draaien dat gewoon om en gaan hun eigen gang.

Passie.

Toch heb ik wel passie voor de mensen in het koningshuis. Nou, eerder medelijden eigenlijk. Als ik zou moeten karakteriseren in wat voor omgeving die mensen zich zouden moeten voelen, komen woorden in mij op als sekte en gevangenis. We weten allemaal hoe moeilijk het is om die omgevingen te verlaten of, beter, uit te breken. Terugkijkend is dat prinses Irene deels gelukt. We zien ook allemaal de worsteling van de Engelse Harry en zijn Amerikaanse vriendin. We hebben ook allemaal de fratsen van de oude Hendrik en Berhard gezien en de interne worsteling van Claus. Ik ben altijd al bang geweest dat een explosief lid zich ontwikkelt of een explosieve situatie gaat ontstaan. De jonge Berhard zou zomaar de aanleiding kunnen worden. 
Ik roep dan ook onze politieke machthebbers op om aan deze klucht een einde te maken. De tweede kamer zou dit spel toch ook wel doorzien? En iemand moet toch in staat zijn om de ban op de minister-president te breken? 


Het gedrag

Foto van de voorzitter van de 2de kamer

Koninklijke Hoogheid, 
Zoals u heeft gezien is het de tweede kamer niet gelukt om een fatsoenlijk formatieproces in gang te zetten en is er een ernstige crisis ontstaan. Zou u, in uw oneindige goedheid, de leiding weer op u willen nemen?

ooooooh, eeeeeeeeeeeeh

Wat schuift dat?

Foto van de koning



Column 1, 14 maart 2021,    Stemverklaring

Wie ben ik?

Ik voel me een kosmopoliet, een wereldburger. Ik bezie de wereld vanuit een satelliet en niet vanuit mijn huis in Wilnis, Nederland. Dat houdt in dat ik rekening houd, respect heb voor ieders situatie en opvatting in de wereld. Dat betekent niet dat ik het met al die opvattingen eens ben, maar ze mogen van mij wel bestaan. Soms zijn we het ergens niet mee eens, maar komen die opvattingen bij ons, en zeker in onze historie, ook voor. Een voorbeeld daarvan is dat er in ons land in het verleden heel wat doden zijn gevallen tijdens godsdiensttwisten. Wij hebben inmiddels geleerd om tegenstellingen bespreekbaar te maken. Zover zijn nog niet alle volken in de wereld. Er past ons dus een bepaalde bescheidenheid in het opleggen van onze "waarden en normen" aan anderen in de wereld. Dat is niet eenvoudig, omdat we er vaak de nodige last van hebben. We kunnen en moeten onze "waarden en normen" wel voorop stellen in onze eigen omgeving, anders wordt het samenleven onmogelijk. Dat betekent dat we anderen uit de wereld vragen om in Nederland onze "waarden en normen" te respecteren. 

Hoe kijk ik dan naar de verkiezingen vanuit die satelliet? 

In ieder geval breder dan alleen naar het postzegeltje Nederland. Het is verbazingwekkend dat er tijdens de aanloop naar deze verkiezingen niet of nauwelijks over onze grenzen wordt gekeken, terwijl veel thematiek ofwel zich niet beperkt tot onze grenzen ofwel door ons alleen niet kan worden aangepakt. Als belangrijke thema's zie ik (niet limitatief) Klimaat, Migratie, Vernieuwingen door/na Corona, Herinrichting Zorg, Wonen en Leefomgeving, Oplossen van de tweedeling in de Maatschappij. 
Zeker de eerste drie thema's zouden vanaf de start Europees moeten worden aangepakt. Ook bij de andere kan het helpen om breder te kijken dan Nederland. Waarom Europees en niet mondiaal? Dat heeft te maken met die "waarden en normen". We delen die in Europa in hoge mate. En zo'n analyse leert dat in de toekomst steeds meer thema's daarvoor in aanmerking zullen komen. En, naarmate overige delen in de wereld groeien naar dezelfde "waarden en normen", kunnen die aanhaken bij sommige thema's. Het eerste thema, dat daarvoor in aanmerking komt is het Klimaat. (in dit perpectief bedoel ik niet dat we al supranationale organisaties kennen als bv de VN. We zitten nu op de weg van bijdragen vanuit de landen aan een hoger doel. Daarmee komen we er niet. Een centrale aanpak is nodig met centrale sturing.)

Hoe moet je dan dan doen in Europa?

Allereerst moeten we Nederland en Europa niet meer als tegenstelling zien. Dat is hetzelfde als zouden wij ons als persoon en ons gezin als tegenstelling zien. Nederland is onderdeel van Europa. We moeten dus Europees gaan denken. Daarbij ontkom je niet aan een vorm van centrale sturing in Europa. Dan moet je ook niet denken aan de huidige inrichting van de EU. De EU is in vergelijking met het verleden een grote stap vooruit, maar tevens slechts een eerste fase. Er is een totaal nieuw concept nodig. Dat is alleen mogelijk als we daar de geesten rijp voor maken, niet met druk en opgelegde regels. Die geesten maak je rijp met Visie en met Successen. Dat betekent steeds wijzen op de stip op de horizon en succes boeken met de eerste thema's.

Hoe kijkt Nederland er nu tegen aan?

In Nederland wordt door de politiek niet of nauwelijks met visie gewerkt. Sommige partijen, zoals de VVD, komen daar rond voor uit en andere partijen komen met een beperkte vorm daarvan naar buiten, waarbij ze toch blijven kijken vanuit hun eigen veilige plek. Het is not done om met andere concepten te komen. Uitzondering daarop vorm de recent opgerichte partij Volt. Die komt voort uit een Europese beweging en haar gedachtegoed bestaat o.a. uit wat ik hierboven heb geschetst. Dat is het begin met het strooien van de eerste zaadjes, waaruit het Europese denken moet gaan groeien. 

Ik vind dat een hoopvol begin en daarom geef ik mijn stem aan Volt.